Met zijn dreadlocks tot ver over zijn gespierde schouders lijkt Marlon meer in een videoclip dan in deze brugklas thuis te horen. Zich bewust van zijn charme gaat hij ontspannen tegenover me zitten. Om meteen daarna te vragen of hij ook op de bank mag liggen. De kamer van de conrector waar ik zit heeft een zithoek met bank, en Marlon wil die wel even uitproberen. Ik gun hem die lol. Met een brede grijns imiteert hij een patiënt bij de psychiater. 'Ik wil even met u praten over mijn problemen, mevrouw. Ik kan mijn wiskundedocent niet accepteren. Die is echt erg.'
Marlon houdt van een geintje en heeft op school al een flinke reputatie opgebouwd. De grappen zijn niet altijd tot genoegen van zijn docenten. Hij maakt zich er niet druk om. Zijn enige zorgen betreffen zijn voetbalcarrière. Hij wil prof worden. En hij is gescout voor een grote club. 'Ik speel op hoog niveau. Ik ben echt goed, weet je. Maar ik mag dat alleen van thuis als school ook goed gaat.' Dat is nu nog niet het geval. Is hij gedreven genoeg om alles op alles te zetten voor deze droom, die vooral over geld en roem lijkt te gaan?
Toch stelt hij veel serieuze vragen over gezondheid, groei, en voeding. Zoals veel jongens wil hij graag weten hoe lang hij later wordt. Ik leg uit dat dat in de groeicurve niet af te lezen is. Ik kan wel zien of hij goed groeit. En hoe zijn gewicht is ten opzichte van zijn lengte. Ook dat houdt hem bezig. 'Weet u, ik ben niet dik of zo. Maar ik weeg best wel veel, toch?' Door zijn gespierde bovenbenen is zijn BMI relatief hoog, maar niet té. Marlon hangt over de tafel heen om op mijn laptop zijn grafieken te bestuderen. Met een olijke blik vraagt hij waar ergens in de grafiek zijn dikke klasgenoot zat, en of die obesitas heeft. 'Daar zeg ik niks over, Marlon. Beroepsgeheim, weet je wel?'
Als de bel gaat en het volgende lesuur begint is Marlon’s interesse ineens als sneeuw voor de zon verdwenen. Hij heeft enorme haast om weg te komen, en bedankt snel voor het gesprek. Als ik vraag of hij een toets heeft dit uur, zegt hij: 'Nee, we hebben nu handvaardigheid, dat is leuk. Daarnet had ik wiskunde. Dag mevrouw!'
Praten met een brugklasser
Het CJG volgt ieder kind, vanaf de geboorte tot het jaar waarin het 18 wordt. Onderdeel hiervan is een gesprek dat de jeugdverpleegkundige op school heeft met iedere brugklasser: hoe gaat het, zowel geestelijk, lichamelijk als sociaal? In de serie Praten met een brugklasser deelt een van onze jeugdverpleegkundigen over deze gesprekken die zij al 8 jaar geregeld voert. Haar ervaringen zijn geanonimiseerd.