Een schoolmaatschappelijk werkster belt mij op. Ze heeft een 15-jarige jongen in de klas zitten waar ze zich zorgen om maakt. Zijn gedrag in de klas is veranderd: hij is somber, trekt zich terug, is agressief en zoekt ruzie met klasgenoten. Ook zijn schoolresultaten gaan opeens naar beneden. Ik spreek met haar af om naar school te komen en samen in gesprek te gaan met de jongen.
Hij vermijdt elk oogcontact
Ik loop de kamer binnen en zie een jongen zitten, starend naar zijn schoenen. Hij probeert elk oogcontact met mij te vermijden, antwoordt zachtjes en peutert aan zijn nagels. Al 2 maanden heeft hij geen zin meer in school. Het kost hem veel moeite om zich te concentreren. De leerstof lijkt opeens niet meer te blijven hangen en het lukt hem niet meer om de vragen van de docent te beantwoorden. Daarom geeft hij maar een grote mond. In de hoop dat de docent niet doorheeft dat hij het gewoon allemaal niet meer weet.
Op school gaat het niet goed en thuis ook niet
Twee maanden geleden zat zijn vader plotseling met een burn-out thuis. Dit zorgt voor veel spanningen. Hij maakt zich zorgen of hij niet dezelfde klachten als zijn vader heeft. Het liefst ligt hij de hele dag op bed met gordijnen dicht. Hij heeft geen behoefte aan contact met anderen. Alles lijkt opeens te veel. Eten? Daar heeft hij echt geen energie meer voor.
Op Snapchat wordt hij door onbekenden getreiterd: hij is net zo’n zielig figuur als zijn vader; ze kunnen er het best samen een eind aan maken. Soms denkt hij ook: misschien is dat wel het beste. Op school gaat het niet goed en thuis ook niet, dus waarom zou hij blijven leven?
Hij mag er zijn en zijn gevoelens ook
In ons gesprek is er ruimte om zijn gevoelens van eenzaamheid, frustratie, boosheid, hopeloosheid en verdriet te uiten. Hij mag er zijn en die gevoelens ook. We kunnen geen beloftes doen voor de toekomst, maar kunnen hem wel helpen om te kijken of hij de juiste begeleiding kan krijgen. Het wordt een lange weg en niet makkelijk, maar is wel het proberen waard. We mogen contact met zijn ouders en de huisarts opnemen.
Begeleiding van een psycholoog
Zijn ouders zijn na ons gesprek met hem naar de huisarts gegaan. Ze hebben een verwijzing naar een psycholoog gekregen. Na twee maanden begeleiding gaat het beter met hem. Hij is nog somber en heeft de neiging om op zijn bed te blijven liggen, maar heeft manieren gevonden om sombere periodes minder lang te laten duren. En aan zelfdoding? Daar denkt hij gelukkig niet meer aan!
Suïcidale gedachten? Dit zijn de signalen
De schoolmaatschappelijk werkster had goed gelet op de signalen van een jongere met suïcidale gedachten: verandering in gedrag, sociaal contact, slaap- en eetpatroon, het steeds meer terugtrekken en geen energie meer hebben voor leuke dingen.
Voor jongeren die in hun identiteitsontwikkeling zitten kunnen factoren als een ernstige gebeurtenis thuis of gepest worden hen te veel worden. Ze denken na over de zin van hun leven en als alles uitzichtloos lijkt te zijn, lijkt zelfdoding de enige optie. Van belang is om deze signalen op te pikken en hierover in gesprek te gaan met een jongere. Als het om je eigen kind gaat, kan dat best lastig zijn. Maar er zijn altijd professionals in de buurt die je hierbij kunnen ondersteunen, zoals de jeugdverpleegkundige en de (ortho)pedagoog van het Centrum voor Jeugd en Gezin.
Meer informatie
Wil je meer informatie over dit onderwerp of wil je graag eens in gesprek met onze professionals? Neem dan contact met ons op. We denken graag met je mee!