Jeugdarts Cissy Siebel (67) is al 1,5 jaar met pensioen, nadat zij 40 jaar in de jeugdgezondheidszorg heeft gewerkt. Toch twijfelde ze geen moment toen zij opgebeld werd met de vraag of zij wilde helpen bij de vaccinatiesessies van de GGD tegen het coronavirus.
- Ook het AD interviewde Cissy over haar werkzaamheden bij de GGD: Deze jeugdarts springt na haar pensioen bij op een priklocatie: 'Dit verleer je nooit'
Als Cissy Siebel in juli 2019 bij CJG Rijnmond met pensioen gaat, blijft ze niet stilzitten: ‘Mijn pensioendagen waren al snel goed gevuld met vrijwilligerswerk. In maart 2020, toen de coronacrisis begon, dacht ik er al aan om mij op te geven als vrijwilliger om te helpen in de strijd tegen het coronavirus. Uiteindelijk heb ik het afgelopen jaar ook met mijn man genoten van structuur en rust, iets wat we allebei veel minder hadden toen wij allebei nog werkten. Dat was ook erg fijn.’
Dan komt de vraag of Cissy wil bijspringen bij de GGD. ‘Ik werd gebeld door mijn oud-leidinggevende, Carla, of ik alsjeblieft mee wilde helpen met de vaccinatiesessies tegen covid-19. Ik heb er geen moment over na hoeven denken: ik zei direct “ja”.’
Medisch eindverantwoordelijk
Cissy werkt nu 3 tot 4 dagen per week op de eerste priklocatie bij Zestienhoven. Daar is zij 1 van de medisch eindverantwoordelijken bij de vaccinatiesessies. Dit houdt onder andere in dat zij mensen bekwaam verklaart om te prikken, toezicht houdt en bijspringt wanneer mensen bijvoorbeeld last hebben van bijwerkingen na een prik. ‘Ik merk dat de manier waarop ik met het werk en het personeel omga gewaardeerd wordt en dat er een fijne samenwerking is. Vanaf het eerste moment voelde het werk als vanouds: ik had geen tijd nodig om te wennen. Ik vind het leuk om te doen en krijg er alleen maar energie van!’
Geen vaccinatiefabriek
Als er geen calamiteiten zijn en we niet bij hoeven te springen, is er ruimte om mensen aandacht te geven en naar hun verhalen te luisteren. ‘Ik heb leuke en soms ook mooie gesprekken met mensen in de wachtkamer. Mensen voelen zich gehoord.’ Zo moest Cissy laatst een vrouw vaccineren die in de zorg werkte, zelf corona heeft gehad, familieleden was verloren aan corona, en bij wie alles even teveel werd. ‘Doordat zij haar verhaal kon doen, konden wij haar helpen met de verwerking. Het was goed dat we op dat moment tijd hadden voor haar. Je straalt dan uit dat dit geen vaccinatiefabriek is, maar dat er wordt geluisterd en gekeken naar de personen die gevaccineerd moeten worden.’
Overdracht van kennis en het vak
Cissy komt hier en daar oud-collega’s tegen, maar spreekt ook nieuwe artsen die aan het begin van hun loopbaan staan. ‘Dat is heel leuk: ik kan de nodige kennis overdragen. Ik kan net-afgestudeerde basisartsen vertellen over het werk in de jeugdgezondheidszorg. Niet iedere arts vindt de sfeer van een ziekenhuis fijn, maar weinig artsen zijn zich bewust van de mogelijkheden in de preventieve gezondheidszorg. In mijn loopbaan heb ik vaak gehoord: “Je gaat als arts toch niet in de preventie werken, terwijl je zoveel over behandelingen hebt geleerd?” Maar ik ben er nog steeds van overtuigd dat je heel veel narigheid kunt voorkomen, ook al kun je dat lang niet altijd achteraf aantonen.’
Preventieve gezondheidszorg, waar vaccineren voor de GGD natuurlijk ook onder valt, is anders dan een dokter die bijvoorbeeld een longontsteking geneest. ‘De bevrediging van mijn werk haal ik altijd uit de mensen die zeggen: “ik voelde me goed geholpen, ik voel me serieus genomen”, of zoals laatst door de vrouw die haar verhaal kon doen: “dankjewel voor dit gesprek, want ik kan weer een stapje verder.”’