Zit je ergens mee? Praat erover met het CJG

Madalena: ‘Ik ben op mijn zevende van Kaapverdië naar Nederland verhuisd. In Kaapverdië is het een traditie dat kinderen helpen in het huishouden. Ik was als kind na schooltijd vaak thuis en hielp mijn moeder. Ik maakte schoon, ruimde op en kookte. Ik had daardoor weinig tijd om bijvoorbeeld buiten te spelen. Ik maakte vroeger nooit afspraken met mijn ouders, omdat ik bijna nooit wegging of de grenzen opzocht.’

Senay: ‘Ik vind het fijn dat wij thuis goede afspraken maken. Ik weet daardoor wat ik wel en niet mag doen. Ik vraag het vooraf als ik bijvoorbeeld ergens naartoe wil. Ik leg dan uit waarom ik iets graag wil.’

Madalena: ‘Ik vind bijna alles goed als je eerlijk bent. Ik vind het belangrijk dat ik je kan vertrouwen. Ik voel me rustig en fijner als ik weet waar je bent en wat je doet. Ik weet dan dat ik me geen zorgen hoef te maken.’

Senay: ‘Afspraken en regels zorgen ervoor dat ik weet welk gedrag ik wel en niet kan vertonen. Ik voel me daardoor zekerder.’

Madalena: ‘Je bent verantwoordelijk voor je eigen gedrag. Het is belangrijk om voor jezelf op te komen en je grenzen aan te geven bij vrienden. Als je dat niet doet, kun je in de problemen komen. Mensen zien dan dat jij niet voor jezelf opkomt en kunnen daar misbruik van maken. Ze kunnen je dan bijvoorbeeld dingen laten doen die jij niet wilt doen.’

Senay: ‘Ik vind het belangrijk om me niet te laten beïnvloeden door anderen. Ik geef duidelijk mijn grenzen aan. Ik zeg wat ik wel en niet wil. Ik ga bij de mensen uit de buurt die dingen doen die ik niet fijn vind. Niemand hoeft iets te doen wat hij of zij niet wil om bijvoorbeeld aardig gevonden te worden.’