Onze vernieuwde website is deze week live gegaan. Het kan zijn dat nog niet alles perfect werkt. We werken hard om alles snel in orde te maken.
In het eerste jaar is borstvoeding de beste voeding voor je kind. Flesvoeding is een goed alternatief als je geen borstvoeding (meer) kunt of wilt geven. We noemen het ook wel kunstvoeding.
Ieder kind heeft zijn eigen behoeften en zijn eigen ritme. Het ene kind wil vaker drinken en heeft meer honger dan het andere. Zowel voor borstvoeding als voor flesvoeding geldt: als je kind duidelijk laat merken dat hij honger heeft, dan wordt het tijd om te voeden. Je voedt dus op verzoek van je kind.
Niet iedere baby drinkt even vaak en even veel. Maar er is wel een gemiddeld patroon. De meeste pasgeboren baby’s hebben om de twee of drie uur een voeding nodig, ook ‘s nachts. Hun maag is nog maar zo groot als een kers. Ze willen dus vaak drinken. De eerste weken drinken baby’s ongeveer 10 keer per 24 uur. Rond 6 maanden willen de meeste baby’s ongeveer 6 keer per dag een fles. Dit loopt verder terug als je meer vaste voeding gaat geven. Maak je je zorgen over het drinken van je kind? Bespreek dit dan op het consultatiebureau.
Als je baby erge honger heeft huilt hij. Maar voordat hij gaat huilen van de honger heeft hij al signalen afgegeven dat hij gevoed wil worden. Hij wordt dan bijvoorbeeld onrustig, sabbelt op zijn handjes of maakt smakkende geluidjes. De kunst is om de signalen vroeg te herkennen en je baby dan meteen te geven waar hij om vraagt: een voeding.
Soms duurt het even voor je de hongersignalen herkent die jouw kind geeft. Ieder kind is anders. Een kind dat huilt heeft niet altijd honger. Misschien wil hij gewoon slapen, wil hij bij jou zijn of heeft hij een vieze luier. Geef niet bij elk huiltje meteen een fles, maar kijk goed naar de signalen die je kind geeft.
Op de verpakking van de flesvoeding staat hoeveel afgestreken maatschepjes poeder en water je moet gebruiken. De hoeveelheid heeft te maken met het gewicht van je kind. Na de geboorte bouw je eerst de voeding langzaam op. De kraamverzorgende begeleidt je daarbij. Na het opbouwen van de voeding heeft je kind per kilo van zijn gewicht ongeveer 150 ml vocht nodig. Dus voor een kind van 5 kilo is dat ongeveer 5 x 150 ml = 750 ml vocht. Dat zijn bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml of 9 flesjes van 80 - 85 ml. Later krijgt hij ook ander voedsel. Dan is minder flesvoeding nodig.
Als je kind ouder wordt, krijgt hij steeds minder melkvoedingen. Er komt vaste voeding naast. Kleine oefenhapjes kun je geven vanaf 4 maanden. Vanaf 6 maanden heeft je kind vaste voeding nodig naast flesvoeding. Meer hierover staat in de folder ‘De eerste hapjes’. Die kun je gratis downloaden op www.voedingscentrum.nl/webshop.
Heb je verschillende merken of soorten flesvoeding in huis? Let er dan goed op dat je het juiste maatschepje gebruikt bij de juiste voeding. Er zit soms verschil in grootte van de maatschepjes. Daardoor kan je een verkeerde verhouding water en flesvoeding krijgen, en dat kan schadelijk zijn voor je baby.
Zeker de eerste weken willen baby’s soms een paar uur lang vaker en meer drinken, dat heet ‘clusteren’. Meestal doen ze dat in de late middag en vroege avonduren. Clusteren komt vaak voor. Je baby kan zo langer doorslapen, omdat hij een voorraadje voeding heeft. Wat ook kan zijn, is dat je baby behoefte heeft aan contact met jou. Het beste is om aan zijn behoeften tegemoet te komen en hem een fles te geven wanneer hij daarom vraagt. Ook als dat betekent dat je van zijn gewoonlijke voedingsritme afwijkt. Je zal merken dat hij er rustiger van wordt.
Je weet zeker dat je kind voldoende drinkt als hij levendig is, ongeveer 6 natte plasluiers per dag heeft en goed groeit volgens het consultatiebureau. Als hij een paar dagen geen 6 luiers volplast, hoeft er niet direct iets aan de hand te zijn. Kijk goed naar het gedrag van je kind: is hij alert en levendig? Dan is er waarschijnlijk niks aan de hand. Als je je zorgen maakt of je kind wel genoeg drinkt, plast of poept, kun je contact opnemen met het consultatiebureau.
Je baby geeft zelf aan wanneer hij genoeg heeft gehad. Signalen dat je baby genoeg heeft gehad: hij draait zijn hoofdje weg, laat melk uit de mondhoeken lopen, maakt onrustige bewegingen met de handjes of hapt niet meer gretig toe als je de fles opnieuw aanbiedt. Je kunt dan beter stoppen, het flesje hoeft niet leeg.
Wat er precies in flesvoeding moet zitten staat in de wet. Bijna alle merken bevatten eiwit uit koemelk, dat bewerkt wordt. Daarnaast zitten er extra stofjes in, bijvoorbeeld vetzuren, vitamines en probiotica. Qua samenstelling lijken alle merken erg veel op elkaar. Het maakt dus niet uit welk merk flesvoeding je gebruikt. Er zijn ook verschillende type voedingen, bijvoorbeeld voor hongerige baby’s of voor baby’s met krampjes. Het kan misschien helpen, maar meestal is zo’n apart soort niet echt nodig. Denk je toch aan overstappen? Overleg dan eerst met het consultatiebureau.
Geeft je kind als het een boertje laat ook een beetje voeding terug? Als hij vrolijk is, is er niets aan de hand. Spugen kan ook het gevolg zijn van te veel of te gulzig drinken. Wat kan helpen is een korte pauze nemen tussendoor en hem een boertje laten doen.
Geef een speen met één klein gaatje als je kind snel drinkt. Zo verslikt hij zich niet. Voor een langzame drinker is een speen met twee gaatjes beter. Je kunt ook een ander type of merk speen proberen.
Je kunt de fles op verschillende manieren verwarmen.
Volg de gebruiksaanwijzing van de flessenwarmer.
Plaats het flesje in een pannetje met warm, maar niet kokend water. Zwenk het water tussendoor en aan het einde om de warmte goed te verdelen.
Verwarm het flesje op maximaal 600 Watt.
milliliters - seconden
Maak je bijvoorbeeld een hoeveelheid tussen 120 en 150 ml in? Verwarm het flesje 5 tot 10 seconden langer dan bij 120 ml staat aangegeven. Zwenk het water tussendoor en aan het einde om de warmte goed te verdelen.
Het beste is om de voeding per fles klaar te maken. Als het eens nodig is kun je één of twee flessen van tevoren klaarmaken. Zet ze wel meteen na het klaarmaken op de onderste plank en zo ver mogelijk achterin de koelkast. Let er op dat de temperatuur in de koelkast niet hoger is dan 4 °C. Bewaar de klaargemaakte flesvoeding niet langer dan 8 uur in de koelkast.
Ga je op pad, neem dan de juiste hoeveelheid melkpoeder voor een of meerdere flessen mee. Je kunt van tevoren precies de hoeveelheid poeder afmeten die je per voeding nodig hebt, en ze in aparte plastic bakjes doen. Warm water voor de flesvoeding kan mee in een thermosfles. Zo kun je overal een fles klaarmaken en geven.
Geef elke dag 10 microgram vitamine D, ongeacht de hoeveelheid flesvoeding. Vitamine K is alléén de eerste 3 maanden nodig als je kind minder dan 500 ml flesvoeding per dag krijgt.
Ook beweging is belangrijk om gezond groot te worden. Door te bewegen en te spelen leert je kind zichzelf en de wereld kennen. Bewegen is het begin van omrollen, hoofd optillen, zitten, kruipen, staan en lopen. Blijf er altijd bij als je kind aan het bewegen is.
Leg je kind overdag regelmatig even op zijn buik, bijvoorbeeld na iedere verschoning.
Geef je kind ruimte om vrij te bewegen in de box of op een speelkleed. Geef hem één speeltje in de box. Zet je kind zo weinig mogelijk in een wipstoeltje. Verander na een tijdje de plaats waar je kind kan bewegen (box, speelkleed, tuin). Zo heeft hij weer andere mogelijkheden om te spelen.
Kijk voor meer informatie op www.voedingscentrum.nl/flesvoeding voor overige uitgaven voor ouders in de webshop.
Bron: www.voedingscentrum.nl