Deze folder geeft je tips om een voorkeurshouding te verhelpen. Als je baby altijd met z’n hoofd op dezelfde kant ligt, kan hij een afgeplat hoofd krijgen. Heeft jouw kind al zo’n voorkeurshouding ontwikkeld? Lees dan de tips in deze folder.
Download PDFAls uw baby in de eerste levensmaanden altijd met z’n hoofd op dezelfde kant ligt, kan hij een afgeplat hoofd krijgen. Heeft uw kind al zo’n voorkeurshouding ontwikkeld? Dan geeft deze folder u tips om dit te verhelpen.
Voorkeurshouding is een probleem dat speelt bij baby’s in de eerste zes levensmaanden. Meteen na de geboorte draaien baby’s hun hoofd vaak naar dezelfde kant. Meestal gaat dit binnen enkele weken vanzelf over. Sommige baby’s blijven hun hoofd telkens naar één kant draaien of houden hun hoofd stil in het midden. Dit wordt een voorkeurshouding genoemd. Daardoor kan het achterhoofd aan de kant waarop hij altijd ligt platter worden. Vaak gaat dit geleidelijk weer over. Soms ook niet of niet helemaal. Ernstig is dit niet, maar het kan er minder mooi uitzien. Door de voorkeurshouding op te heffen zodra deze begint op te vallen, kan de afplatting meestal worden voorkomen of worden verminderd.
Deze folder geeft u tips om de voorkeurshouding van uw baby sneller te verhelpen. Alle tips zijn bedoeld om uw baby te leren het hoofd zelf naar beide kanten te draaien en zich symmetrisch te ontwikkelen. In het begin kost het u en uw baby zeker tijd en energie, en is het resultaat niet altijd direct zichtbaar. Toch is het belangrijk dat u doorgaat, uw inzet wordt uiteindelijk beloond!
Zorg dat uw baby zoveel mogelijk afwisselend naar beide kanten kijkt. Zo leert hij beide armen en benen evenveel te gebruiken. Trek de aandacht van uw baby vooral met uw gezicht en uw stem.
Let op: slapen moet uw baby altijd op de rug! Dit geldt voor slapen in bed, maar ook voor in de box of de kinderwagen. Slaapt uw baby op zijn buik of zij, dan is het risico voor wiegendood hoger.
Altijd onder toezicht!
Altijd onder toezicht!
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben dan kunt u daarmee bij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van uw consultatiebureau terecht.