Onze vernieuwde website is deze week live gegaan. Het kan zijn dat nog niet alles perfect werkt. We werken hard om alles snel in orde te maken.
Al 65 jaar worden kinderen in Nederland gevaccineerd tegen ernstige infectieziekten. Daarom komen deze ziekten bijna niet meer voor. Vaccineren blijft belangrijk, want als we stoppen met vaccineren komen de ziekten terug.
Met een vaccinatie bouwt het lichaam van je kind afweer op tegen ziekmakende virussen en bacteriën. Je kind is beschermd tegen het krijgen
van de ziekte. Ook kan je kind anderen niet besmetten. Dat is belangrijk voor kinderen die (nog) niet gevaccineerd zijn. Bijvoorbeeld omdat zij te jong zijn of door een ziekte niet gevaccineerd kunnen worden.
Voordat een vaccin mag worden gebruikt, is het uitgebreid getest. Net als bij andere medicijnen. Alleen als duidelijk is dat een vaccin werkt en veilig is, mag het aan kinderen worden gegeven. Ook tijdens het gebruik wordt de veiligheid van vaccins in de gaten gehouden. Dat gebeurt niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld.
Wil je weten wat er in de vaccins zit die je kind krijgt? Op de website van het Rijksvaccinatieprogramma vind je alle bijsluiters van de verschillende
vaccinaties. Kijk op rijksvaccinatieprogramma.nl/bijsluiters of scan de QR-code.
In Nederland krijgen kinderen vaccinaties tegen twaalf ernstige infectieziekten. Hieronder lees je meer over deze ziekten:
Bof is een infectie van onder andere de speekselklieren. Daarom hebben kinderen met de bof een dikke wang en nek. Soms ontstaat hersenvliesontsteking. Jongens kunnen soms minder vruchtbaar worden door de bof. Zij kunnen dan later moeilijk kinderen krijgen.
Difterie is een ernstige keelontsteking. Het is heel besmettelijk. Vóór de invoering van vaccinatie was difterie een belangrijke doodsoorzaak bij kinderen.
Hepatitis B is een ontsteking van de lever. Soms blijft het virus in je lichaam. Dan kan er leverkanker ontstaan.
De Hib-bacterie veroorzaakt ernstige infecties zoals bloedvergiftiging, hersenvliesontsteking, strotklepontsteking, longontsteking of gewrichtsontsteking.
HPV is een groep virussen. Deze kan bij mannen en vrouwen verschillende vormen van kanker veroorzaken. Zoals mond-, keel-, penis-, anus- en baarmoederhalskanker. Acht op de tien mensen raakt één of meer keren in zijn leven besmet met HPV.
Kinkhoest veroorzaakt heftige hoestbuien die maanden kunnen duren. Dit is vooral gevaarlijk voor baby’s. Zij kunnen uitgeput raken en hersenschade krijgen. Ze kunnen er zelfs aan overlijden.
Mazelen is een vlekjesziekte met hoge koorts en huiduitslag. Vaak ontstaat oorontsteking. Soms krijgen kinderen longontsteking of hersenontsteking
die dodelijk kan aflopen. Mazelen is heel besmettelijk.
Meningokokkenziekte kan hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging veroorzaken. Je kunt er ook aan overlijden. De vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma beschermt tegen vier verschillende meningokokkenbacteriën: A,C, W en Y.
Pneumokokken zijn bacteriën die bloedvergiftiging, ernstige longontsteking en hersenvliesontsteking kunnen veroorzaken. Ook kan een kind doof worden. Het vaccin werkt tegen de typen pneumokokken die het meest voorkomen. Polio Polio wordt ook wel kinderverlamming genoemd. Het kan leiden tot blijvende verlammingen van benen, armen of ademhalingsspieren.
Rodehond is een vlekjesziekte, maar minder ernstig dan mazelen. De ziekte is tijdens de zwangerschap gevaarlijk voor de ongeboren baby. De baby kan met ernstige afwijkingen worden geboren. Kinderen krijgen een inenting tegen rodehond zodat zij zwangere vrouwen niet kunnen besmetten.
Tetanus leidt tot verkramping van de spieren. Zonder behandeling is tetanus dodelijk. Tetanus is niet besmettelijk. Een kind kan tetanus krijgen als het wordt gebeten door een (huis)dier. Of als er straatvuil in een wond komt.
Vaccinaties kunnen bijwerkingen geven. Dat komt meestal omdat vaccinaties de afweer van het lichaam aan het werk zetten. Deze bijwerkingen
zijn bijna altijd mild en gaan vanzelf over.
Een lichte koorts (temperatuur rond 38 graden) kort na de vaccinatie komt het meest voor. Ook kan de plek waar de prik is gegeven, wat rood of dikker worden.
Heftige bijwerkingen zijn heel zeldzaam. Neem contact op met de huisarts als je je zorgen maakt. Bijvoorbeeld omdat je kind heel erg
ziek is of na enkele dagen nog hangerig of koortsig is.
Je kunt een bijwerking van een vaccinatie melden bij de arts of verpleegkundige die de vaccinatie heeft gegeven. Zij geven de bijwerking dan door aan Bijwerkingencentrum Lareb. Je kunt ook zelf bij Lareb de bijwerking melden via www.lareb.nl.
Inenting 1: DKTP-Hib-HebB
Inenting 2: Pneu
Inenting 1: DKTP-Hib-HebB
Inenting 2: Pneu
Inenting 1: DKTP-Hib-HebB
Inenting 2: Pneu
Inenting 1: BMR
Inenting 2: MenACWY
Inenting 1: DKTP
Inenting 1: DTP
Inenting 2: BMR
Inenting 1: HPV
Inenting 2: HPV
Inenting 1: MenACWY
Een kind krijgt een extra vaccinatie bij 2 maanden als de moeder niet is gevaccineerd tegen kinkhoest tijdens de zwangerschap (22 wekenprik), en in bijzondere situaties. De jeugdarts bespreekt dit met je.
Als je kind rond de 3 maanden oud is, krijgt het de eerste vaccinaties. Het immuunsysteem kan op die leeftijd al goed reageren. De momenten van de vaccinaties zijn zo gekozen dat ze de beste bescherming bieden.
Meestal krijgt een kind twee prikken per keer. De vaccinaties worden gegeven in het bovenbeen of de bovenarm.
Heel jonge baby’s zijn erg kwetsbaar voor kinkhoest. Daarom krijgen zwangere vrouwen in Nederland vanaf week 22 een vaccinatie tegen kinkhoest aangeboden (de 22 wekenprik). De baby is dan vanaf de geboorte beschermd tegen kinkhoest.
Al voor de geboorte van dochter Isabella had Trilce een helder beeld van de opvoeding. Gezondheid speelt daarbij een belangrijke rol. Trilce praat er vaak over aan de keukentafel, met haar man of haar vriendinnen. Die gesprekken gaan over gezonde voeding en over slaapjes, maar ook over vaccineren. Dat hoort er gewoon erbij, vindt ze. Lees het verhaal van Trilce en dochter Isabella op rijksvaccinatieprogramma.nl/trilce
Heb je een uitnodiging gekregen, maar is je kind ziek? Overleg dan met de jeugdarts of -verpleegkundige. Soms is het verstandig de vaccinatie
even uit te stellen. Ook als je kind medicijnen gebruikt, is het goed vooraf te overleggen.
Op rijksvaccinatieprogramma.nl vind je meer informatie over de verschillende ziekten, vaccinaties en bijwerkingen. Je kunt voor vragen over vaccinaties en ziekten altijd terecht bij de arts of verpleegkundige van je consultatiebureau, het Centrum voor Jeugd en Gezin of de GGD in je regio.
Er zijn ook vaccins die niet in het Rijksvaccinatieprogramma zitten. Je kunt je kind, of jezelf, ook laten inenten met die vaccins. Je moet ze dan wel zelf betalen. Als je dit wil, kun je dit overleggen met je huisarts of een vaccinatiecentrum. Je kunt deze vaccins niet krijgen op het consultatiebureau.
Op rivm.nl/vaccinaties lees je meer over de vaccins die in Nederland verkrijgbaar zijn.
Ga je met je kind een (verre) reis maken? Informeer dan bij een bureau voor reizigersvaccinaties (GGD) of er extra vaccinaties nodig zijn.
Kinderen met een verhoogde kans op tuberculose krijgen een vaccinatie tegen tuberculose aangeboden. Als je kind voor deze vaccinatie in
aanmerking komt, krijg je een oproep van de GGD. Met vragen kun je bij de GGD terecht. De kosten van deze vaccinatie worden vergoed door de zorgverzekering.
Als jouw kind de vaccinatie heeft gekregen, legt de jeugdgezondheidszorg (JGZ) de gegevens over de vaccinatie vast in het JGZ-systeem en op het
vaccinatiebewijs.
Als je het goed vindt, deelt de JGZ de gegevens met het RIVM. Dit gaat om vaccinatiegegevens samen met persoonsgegevens. De jeugdarts of -verpleegkundige van de JGZ vraagt jou om toestemming voor het delen van de gegevens tussen de JGZ en het RIVM. Deze toestemming is belangrijk. Het RIVM kan verschillende taken alleen (goed) doen als bekend is welke vaccinaties je kind precies heeft gekregen.
Het RIVM gebruikt de gegevens bijvoorbeeld om je een herinnering te sturen, zodat je kind alle vaccinaties kan krijgen die in het Rijksvaccinatieprogramma zitten. Ook kan het RIVM je een kopie van het vaccinatiebewijs sturen als je daarom vraagt. Een vaccinatiebewijs kun je nodig hebben voor een reis. Of om te zien tegen welke ziektes je kind al is gevaccineerd. Daarnaast wil het RIVM weten hoeveel mensen in Nederland zijn gevaccineerd. Dan kunnen we de ontwikkelingen van infectieziekten in Nederland goed in de gaten houden.
Voor meer informatie zie: rijksvaccinatieprogramma.nl/jouw-toestemming
This brochure is available in several languages:
rijksvaccinatieprogramma.nl/brochures-other-languages