Autisme
Ieder kind gedraagt zich anders en maakt op een andere manier contact. Sommige kinderen hebben moeite met contact maken en communiceren. Dit kunnen tekenen zijn van autisme, maar er kan ook iets anders aan de hand zijn, zoals slecht horen, slecht zien of een onveilige hechting.
Wat is autisme?
Autisme is een ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de ontwikkeling van kinderen met autisme anders verloopt. Kinderen met autisme vinden het lastig om informatie te verwerken. Hierdoor kunnen zij boos worden of zich juist terugtrekken.
Autismespectrumstoornis (ASS)
Tegenwoordig wordt autisme gezien als één stoornis (autismespectrumstoornis of ASS), met ernstige of minder ernstige kenmerken. Voorheen sprak men nog van verschillende autismespectrumstoornissen, zoals klassiek autisme, Asperger of PDD-NOS. Deze oude namen kun je nog tegenkomen, bijvoorbeeld in gesprek met andere ouders, leerkrachten of dokters. Kijk voor uitleg op Autisme.nl.
Moeite met contact maken
Kinderen met autisme maken weinig contact. Dit kun je merken als je kind:
- niet vaak lacht, en geen oogcontact zoekt;
- geen troost bij anderen zoekt;
- niet graag speelt met leeftijdsgenoten;
- angstig is in onbekende situaties of bij mensen die je kind niet kent;
- er slecht tegen kan als dingen anders gaan dan gedacht of gepland;
- een grap heel letterlijk neemt en het moeilijk vindt om de fantasie te gebruiken;
- niet goed gezichtsuitdrukkingen kan herkennen.
Andere kenmerken van autisme
- Er zijn ook kinderen die juist wel contact maken, maar dit op een onhandig manier doen. Zij voelen bijvoorbeeld niet aan dat de ander ook iets wil vertellen.
- Kinderen met autisme kunnen gefixeerd zijn op één onderwerp en sommige kinderen doen bepaalde activiteiten steeds opnieuw.
- Als je kind te veel prikkels krijgt kan dat stress en angst veroorzaken. Hierdoor kunnen kinderen boos worden of zich juist terugtrekken.
- Bij kinderen met autisme is de kalenderleeftijd niet hetzelfde als de ontwikkelingsleeftijd. Op sommige vlakken kunnen kinderen jonger overkomen dan ze in werkelijkheid zijn.
Heeft je kind autisme?
Vind je dat je kind zich anders gedraagt dan andere kinderen? Maakt het bijvoorbeeld moeilijk vrienden of kan het de klasgenoten moeilijk bijhouden? Dan is het goed om dit te bespreken met de jeugdgezondheidszorg of je huisarts. Zij kunnen je kind als dit nodig is doorverwijzen naar een specialist.
Schakel op tijd hulp in
Blijf niet met je zorgen rondlopen. Als je kind autisme heeft, is het belangrijk dat je kind en jullie gezin goede ondersteuning krijgen. Hoe eerder het bekend is hoe sneller met deze ondersteuning gestart kan worden.