Dyscalculie
Een kind met dyscalculie heeft hardnekkige problemen met rekenen. Dit heeft echter niets te maken met een gebrek aan intelligentie of motivatie. Als je kind dyscalculie heeft, is dat waarschijnlijk op de basisschool al ontdekt. Dyscalculie is een leerstoornis.
Leren rekenen
In de eerste jaren van het basisonderwijs oefenen kinderen de basisvaardigheden van het rekenen: optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen. Dit wordt opgeslagen in hun geheugen. Een kind met dyscalculie slaagt daar niet goed in en kan dan rekenen en wiskunde niet goed begrijpen.
Speciale begeleiding
Is bij jouw kind de diagnose dyscalculie gesteld, dan heeft het gespecialiseerde begeleiding nodig. Je kind leert dan technieken voor het maken van sommen en mag zwakke kanten compenseren met hulpmiddelen zoals een opzoekboekje, een tafelkaart en een rekenmachine. Je kind heeft recht op extra hulp. Bijvoorbeeld voor de rekenles of erna. Met de juiste aanpak gaat je kind vooruit. Je kind heeft veel bevestiging nodig: succeservaringen vergroten zijn zelfvertrouwen en motiveren hem om te blijven oefenen.
Waardeer iedere stap
Voor je kind is rekenen hard werken. Reageer positief op alles wat wel lukt. Leg geen druk op je kind en zorg dat de sfeer met elkaar goed is en blijft. Je kind krijgt hoop dat het óók bij het rekenen vooruitgaat, al gaat dat langzaam. Positieve verwachtingen van jou en de leerkrachten hebben een goede invloed.
In de klas
Misschien heeft je kind door negatieve ervaringen een gevoel van falen opgebouwd? Docenten moeten daar rekening mee houden. Je kind kan bijvoorbeeld beter niet onverwacht de beurt krijgen. Als de docent dit ruimschoots van tevoren aangekondigd, kan je kind zich voorbereiden en gaat het goed. De leerkracht dient te zorgen dat je kind zich op zijn gemak voelt en geen angst heeft om fouten te maken.
Meer informatie is te vinden op de website van oudervereniging Balans.