Lichamelijke problemen
Soms ontwikkelt een kind zich minder goed door een of meer lichamelijke problemen. Sommige aandoeningen zijn aangeboren, andere ontstaan pas later.
Aandoeningen
Er zijn veel verschillende aandoeningen die te maken hebben met de lichamelijke ontwikkeling. Sommige aandoeningen zijn heel ernstig, andere aandoeningen zijn lichter. Voorbeelden van aandoeningen die te maken hebben met de lichamelijke ontwikkeling zijn een lui oog, een waterhoofd, scoliose, een open rug, een hazenlip of een aangeboren vlek, zoals een wijnvlek.
Gevolgen voor de ontwikkeling
Lichamelijke aandoeningen kunnen van invloed zijn op de hele ontwikkeling van een kind. Een open rug bijvoorbeeld kent veel gradaties. Dan is het vaak moelijk om te voorspellen hoe je kind zich zal ontwikkelen.
Als je kind bijvoorbeeld een lui oog heeft, kan het meestal geen diepte zien. Dat heeft invloed op de manier waarop je kind zich beweegt en een balspel doet. Een wijnvlek op een opvallende plek heeft misschien nog geen invloed op je kind als het nog jong is. Maar als je kind wat ouder wordt, kan het daar wel meer last van hebben. Vanaf een jaar of acht wordt je kind zich bewust van zijn aandoening. Je kind heeft misschien last van het 'anders zijn'. Een scheve rug of wijnvlek kunnen je kind dan erg onzeker maken.
De lichamelijke ontwikkeling hangt dus sterk samen met de algemene ontwikkeling. Kijk goed naar de ontwikkeling van je kind. Als je iets opvalt in de ontwikkeling, bespreek dat dan met de behandelend arts of bij de jeugdgezondheidszorg.
Het is goed om zo vroeg mogelijk hulp in te schakelen als je denkt dat je kind zich minder goed of snel ontwikkelt dan je had verwacht. Het kan komen door de aandoening. Dan is het belangrijk dat je kind heel gericht gestimuleerd wordt in een bepaalde ontwikkeling of juist leert omgaan met een beperking. Zo bied je je kind de kans om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Op die manier help je ook jezelf en je gezin om op een goede manier om te gaan met beperkingen.
