Cookies

We gebruiken cookies om je de beste ervaring op onze website te bieden. Je kunt meer informatie vinden over welke cookies we gebruiken of deze uitschakelen in de instellingen. - Bekijk cookie instellingen

Ga naar inhoud

Op 5 december sluiten wij om 16.00 uur de tent, want Sinterklaas komt langs. Dat wordt voor onze professionals ook een feestmoment!

Sint tips
Homepage Pijn en bevallen

Pijn en bevallen

Weeën

Pijn hoort bij een bevalling; het is normaal Baringspijn heb je alleen als je bevalt. Het is een signaal dat het tijd is om hulp te zoeken en om naar een plek te gaan waar jij je veilig en rustig voelt. De pijn is er niet voor niets: je baby wordt geboren. Die gedachte kan helpen om de pijn beter te verdragen. Hoe ga je ermee om en wat kun je doen om de pijn te verlichten?

De pijn is niet steeds even erg

Baringspijn wordt veroorzaakt door weeën. Een wee is een samentrekking vande baarmoederspier. Je kunt zo'n wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst. Daarna trekt de golf terug en voel je de pijn weer minder worden. Tussen de weeën door is er rust in je lijf.

Aan het begin van je bevalling zit er meer tijd tussen de weeën. Dan doen ze ook nog niet zo'n pijn. Na een tijdje worden de pauzes tussen de weeën korter. De weeën worden dan krachtiger en doen meer pijn. Tot slot krijg je persweeën, die vooral vlak voor de geboorte pijn kunnen doen. Hoe je die pijn ervaart verschilt. De ene vrouw vindt het een opluchting mee te mogen persen, bij een ander doet persen juist het meest pijn.Als je baby geboren is, houden de weeën op. Je voelt nog een paar krampen om de placenta los te maken. Dit zijn naweeën.

De pijn zit vooral onder in de buik, maar barende vrouwen hebben ook vaak rugpijn. Soms komt het voor dat de weeënpijn in de bovenbenen wordt gevoeld.

Endorfinen

Het lichaam maakt zelf stoffen aan die een pijnstillend effect hebben: endorfinen. De endorfinen zorgen ervoor dat de pijn te verdragen is.Toch komt het regelmatig voor dat vrouwen de pijn onverdraaglijk vinden. Vermoeidheid, angst of spanning spelen daarbij soms een rol.

Goede begeleiding maakt veel verschil

Het klinkt misschien vreemd, maar hoe je achteraf terugkijkt op je bevalling heeft niet zozeer te maken met hoeveel pijn je hebt gehad, of dat je medicijnen hebt gehad om de pijn te onderdrukken. Hoe tevreden je straks terugkijkt op je bevalling hangt vooral af van de begeleiding die je hebt gekregen, blijkt uit onderzoek. Daarom is het zo belangrijk dat je goede ondersteuning krijgt, van je partner en van de verloskundige, gynaecoloog, kraamverzorgende of verpleegkundige. En dat je betrokken wordt bijbeslissingen.

Ook een goede voorbereiding op de bevalling helpt.

Omgaan met pijn

Probeer je te ontspannen

Misschien zie je net als veel vrouwen een beetje op tegen de bevalling? Begrijpelijk. Maar probeer je niet te veel over te geven aan die gevoelens, want dat maakt je gespannen. Door de spanning heb je meer last van de pijnen en kunnen de weeën minder goed doorzetten. Het kan helpen om erover te praten met je verloskundige.

Zoek afleiding

Let aan het begin van de bevalling nog niet te veel op de pijn. De weeën zijn dan meestal nog goed te verdragen. Ga zo lang mogelijk gewoon door met waar je mee bezig bent. Zoek afleiding. Bijvoorbeeld door een serie of film te kijken, iets in huis te doen of te luisteren naar muziek.

Rust uit tussen de weeën

Tussen de weeën door heb je steeds even pauze. Gebruik die tijd om te ontspannen en je voor te bereiden op de volgende wee. Let op dat je niet verkrampt of je adem inhoudt als de pijn er weer aan komt. Probeer alle spanning los te laten en blijf rustig ademhalen. Dan voel je de pijn minder.

Tel af: elke wee is er eentje minder

Denk positief. Geloof erin dat je dit aankunt. Denk: deze wee is weer voorbij en komt niet meer terug. Word niet boos op jezelf als het even niet lukt. Er zijn van die momenten dat de pijn je overvalt en dat je denkt dat je het niet meer aankunt. Laat je dan moed inspreken door de verloskundige of iemand anders die bij je is. Pak de draad daarna gewoon weer op. Denk bij elke wee dat je weer dichter bij het einde van de bevalling bent gekomen. Tel af in plaats van op. Denk aan het moment na de bevalling: als jij je baby vasthoudt.

Concentreer je op je ademhaling

Als je het ritme van je ademhaling volgt, ben je minder gericht op de pijn. Dat helpt je te ontspannen en om de weeën beter op te vangen. Blijf dus rustig doorademen. Adem in, en adem dan langzaam in vier tellen uit. Ademhalings- en ontspanningsoefeningen helpen je om de weeën op te vangen. Dit kun je al tijdens de zwangerschap in verschillende cursussen leren.

Zorg dat je het lekker warm hebt

Warmte helpt om te ontspannen. Zorg er dus voor dat de temperatuur in de kamer aangenaam is. Doe warme kleren aan die gemakkelijk zitten. Als je ligt, kun je warmwaterzakken bij je buik en rug leggen. Veel vrouwen vinden het lekker om onder de douche te zitten, met een warme straal water uit de douchekop op hun buik of rug.

Manieren om met pijn om te gaan

Voortdurende ondersteuning

Ondersteuning kun je op allerlei manieren krijgen: iemand kan steeds bij je zijn of in de buurt blijven, je moed inspreken en aanmoedigen, je (hand) vasthouden of doen wat jij vraagt. Het kan gaan om een verloskundige, kraamverzorgende of verpleegkundige, maar natuurlijk ook om je partner, een familielid, vriend(in) of een doula. Een doula is speciaal opgeleid om ondersteuning te geven tijdens een bevalling. Doula's zijn niet overal beschikbaar en de kosten worden niet altijd vergoed door je ziektekostenverzekering.

Uit onderzoek is gebleken dat met voortdurende ondersteuning de bevalling ongeveer een half uur korter duurt. De kans op een keizersnede en een bevalling met vacuümpomp (kunstverlossing) is kleiner. Je hebt minder behoefte aan medicijnen om de pijn te verminderen. Vrouwen die tijdens de hele bevalling ondersteuning krijgen, zijn achteraf tevredener over hun bevalling.

Van houding wisselen

Van houding veranderen tijdens de weeën en het persen heeft veel voordelen. Probeer uit in welke houding jij je het beste kunt ontspannen en wat voor jou het beste voelt. Je kunt bijvoorbeeld ook staand een wee opvangen. Of zittend, terwijl je voorover leunt op een tafel. Bij rugweeën kan het prettig zijn om op je handen en knieën te zitten. Ga niet te snel in bed liggen. Wil je toch gaan liggen? Probeer dan eens of het goed voelt om op je zij te liggen. Rondlopen kan ook prettig zijn.Tijdens het persen kan je op een baarkruk zitten. Kijk op Deverloskundige.nl voor meer informatie over houdingen tijdens de bevalling.

Pijnbehandeling zonder medicijnen

Er zijn een paar manieren om de pijn te verminderen, die zowel thuis als in het ziekenhuis gebruikt kunnen worden.

Bij pijn in je onderrug kunnen injecties met steriel water helpen. Je verloskundige geeft je dan vier prikken met een klein beetje steriel water in je rug, net boven je bilspleet. Daardoor heb je minder pijn in je onderrug. Waterinjecties werken één tot twee uur, hebben geen bijwerkingen en kunnen zo vaak worden herhaald als je wilt. Informeer bij je verloskundige of zij deze geeft.

Acupunctuur en acupressuur kunnen de balans in je lichaam herstellen doordat er druk wordt uitgeoefend op bepaalde punten. De zorgverlener die dit kan toepassen moet aanwezig zijn bij de bevalling.

De geboorte-TENS (Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie) is een apparaatje waarmee je jezelf kleine stroomstootjes geeft. Dit leidt de aandacht af van de pijn van de weeën. Je bedient het apparaatje zelf - wat je een gevoel van controle kan geven. Via elektrodes (draadjes die op je rug worden geplakt) gaan de stroomstootjes je lichaam in. Dat geeft een prikkelend of tintelend gevoel, vergelijkbaar met koude handen die gaan tintelen als ze weer warm worden.J e kunt dit apparaatje kopen of huren. Informeer bij je ziektekostenverzekering of dit vergoed wordt.

Pijnbehandeling met medicijnen

Om een vicieuze cirkel van pijn en niet kunnen ontspannen te doorbreken, kan de pijn met medicijnen worden onderdrukt. In Nederland wordt het meest gebruik gemaakt van medicijnen met een morfineachtig effect (een injectie met pethidine of een pompje met remifentanil) en de ruggenprik (epidurale of spinale anesthesie). Al deze manieren kunnen alleen in het ziekenhuis gebruikt worden. Dat is omdat je hartslag, bloeddruk en ademhaling moeten worden gecontroleerd bij toediening van medicijnen. Ook de conditie van je baby moet worden bewaakt (registratie van de hartslag via een cardiotocogram of CTG). De apparatuur daarvoor is alleen in het ziekenhuis aanwezig.

Een uitzondering is lachgas. Daarbij wordt de conditie van moeder en baby niet extra in de gaten gehouden. Daarom kun je lachgas ook in een geboortecentrum krijgen. Lachgas (Relivopan®) is een mengsel van (di)stikstof(oxide)(N2O) enzuurstof (O2). Je geeft jezelf tijdens een wee lachgas via een mondneusmasker. Je doet een kapje over je neus en mond, hangt een kinmasker om en ademt het gas in. Het werkt al na één minuut. Het helpt je goed ontspannen en zorgt dat je de pijn beter kunt verdragen. Na de wee haal je het kapje weer weg en dan stopt de toediening vanzelf. Het is weer snel uit je lichaam verdwenen. De verloskundige houdt in de gaten of je het lachgas goed gebruikt. Je kunt er misselijk, duizelig of slaperig van worden. Vraag je verloskundige of lachgas bij jou in de buurt beschikbaar is tijdens de bevalling.

Ruggenprik

Een ruggenprik is een injectie in je onderrug met een combinatie van verdovende medicijnen. De anesthesioloog brengt onder plaatselijke verdoving onderaan in je rug een naald aan. Daarbij moet je je rug bol makenen zo stil mogelijk blijven liggen of zitten. Via de naald wordt een dun, soepel slangetje in je rug gebracht. De naald gaat er weer uit en het slangetje blijft zitten. Door dit slangetje krijg je tijdens de hele bevalling pijnstillende medicijnen toegediend. Na 15 minuten voel je de verdoving.

Tegen de tijd dat je volledige ontsluiting hebt, wordt de toediening van medicijnen vaak verminderd. Zo voel je de weeën die nodig zijn om goed mee te kunnen persen.

Het kan even duren voordat de spontane persdrang op gang komt.

Injectie met pethidine

Pethidine wordt toegediend via een injectie in je bil of bovenbeen. Pethidine lijkt op morfine. Je voelt de werking binnen een half uur en het werkt twee tot vier uur. Je kunt er suf en slaperig van worden en soms wat misselijk. Je kunt niet meer rondlopen. Ook je baby kan suf zijn bij de geboorte en daardoor misschien wat hulp nodig hebben bij de ademhaling en het vinden van de borst. Drinken gaat soms wat moeilijk in het begin. Pethidine wordt niet in ieder ziekenhuis gebruikt. Je kunt aan je verloskundige vragen hoe het bij jou in de buurt is geregeld.

Pompje met remifentanil

Remifentanil is een morfineachtige stof, die wordt toegediend via een slangetje in de arm (infuus), dat vastzit aan een pompje. Je kunt zelf met een drukknop de hoeveelheid remifentanil bepalen, die je via het infuus krijgt. Het pompje is zo afgesteld dat je jezelf nooit te veel kunt geven. Omdat remifentanil invloed kan hebben op je ademhaling en op de hoeveelheid zuurstof in je bloed, worden jij en je baby goed in de gaten gehouden. Je wordt er wat suf van en kunt niet meer rondlopen.

De ruggenprik vergeleken met een pethidine-injectie of remifentanilpompje

De ruggenprik heeft relatief meer bijwerkingen voor zowel moeder als kind, blijkt uit onderzoek. Dat komt hierdoor:

  • Je krijgt altijd een infuus met vocht en soms medicijnen om een te lagebloeddruk te voorkomen.
  • Het persen duurt langer. Daardoor heb je meer kans op een bevalling met vacuümpomp.
  • De weeën zijn vaak minder krachtig. Je hebt extra medicijnen nodig om ze weer sterker te maken.
  • Je krijgt vaker een blaaskatheter, omdat je door de verdoving niet goed voelt of je moet plassen. Dat is een plastic slangetje dat via de plasbuis wordt ingebracht om de blaas te kunnen legen. Het kan zijn dat de katheter de hele bevalling blijft zitten, of dat je alleen een katheter krijgt op momenten waarop het nodig is.
  • Je hebt vaker koorts. Het is dan lastig om te bepalen of dat door de ruggenprik komt of dat het om koorts gaat door een infectie. Voor de zekerheid krijg je dan een antibioticum. Soms vindt de kinderarts dat een baby op de kinderafdeling moet worden opgenomen en krijgt hij een antibioticum.
  • Soms wordt de bloeddruk van de moeder door de medicijnen van de ruggenprik te laag en krijgt de baby een te trage hartslag. Dan kan er besloten worden om een keizersnede te doen.

Bespreek het met je verloskundige

Bereid je voor je bevalling goed voor door je te informeren over wat je thuis tegen de pijn kunt doen en wat de voor- en nadelen zijn van pijnbehandeling met medicijnen. Je verloskundige vertelt je er graag meer over.

Meer informatie

Op DeVerloskundige.nl vind je de voor- en nadelen van alle manieren van pijnbehandeling tijdens de bevalling. Je kunt hier ook filmpjes bekijken over de verschillende methoden.

Logo opvoeden keurmerk

Deel deze pagina met anderen via:

Je hebt de link zojuist gekopieërd.