Taalachterstand
Spelenderwijs leert je kind steeds beter praten en taal gebruiken. Het kan zijn dat je kind laat is met praten; ieder kind is anders. Bij sommige kinderen verloopt de taalontwikkeling minder goed. Dit kan met aanleg te maken hebben, maar het kan ook zijn dat je als ouder meer met je kind zou kunnen praten en spelen. In Nederland heeft ongeveer 25% van de kinderen een taalontwikkelingsachterstand. De taalontwikkeling van je kind verloopt dan wel normaal, maar gaat alleen langzamer dan bij andere kinderen.
Met peuters moet je veel praten
Peuters leren sneller en beter praten als je veel met hen praat en speelt. Met je kind praten is ook goed voor de band tussen jou en je kind. Als je met je kind praat, is het belangrijk dat je goede zinnen maakt en veel woorden en begrippen gebruikt. Gebruik dus geen babytaal. Probeer de zinnen niet te lang te maken. Ook elke dag voorlezen is een goede mogelijkheid om je kind taal te leren. Daarbij is het gezellig om met je kind bezig te zijn. Zoek samen met je kind een leuk boek uit in de boekhandel of in de bibliotheek.
Laat met praten
Misschien merk je dat andere kinderen sneller zijn met praten. Dat kan. Ieder kind heeft een eigen tempo. Er zijn kinderen die al snel hun eerste woordjes zeggen en geleidelijk aan steeds beter leren praten. Andere kinderen beginnen later met praten, maar praten dan al meteen behoorlijk goed. Wanneer een kind twee jaar is kan het meestal twee woorden achter elkaar zeggen. Zegt je kind nog niet veel? Let er dan ook op of je kind je wel begrijpt.
Kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond
Als je uit het buitenland komt, heb je waarschijnlijk een andere moedertaal dan het Nederlands. Praat zo veel mogelijk met je kind in de taal die jij het best spreekt, zodat het die taal goed leert. Daarnaast is het voor je kind ook belangrijk om goed Nederlands te leren spreken. De meeste peuters krijgen het Nederlands snel onder de knie. Het is belangrijk dat je je kind naar een peuterspeelzaal of een voorschool laat gaan. Daar besteden ze extra aandacht aan het stimuleren van de Nederlandse taalontwikkeling.
Maak je je zorgen over de taalontwikkeling van je peuter?
Praat er met anderen over als je je zorgen maakt, zoals met andere ouders of met de pedagogisch medewerker van de kinderopvang. Je kunt je zorgen ook bespreken met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van consultatiebureau of met de huisarts. Of neem contact op met een logopedist in de buurt.