Cookies

We gebruiken cookies om je de beste ervaring op onze website te bieden. Je kunt meer informatie vinden over welke cookies we gebruiken of deze uitschakelen in de instellingen. - Bekijk cookie instellingen

Ga naar inhoud
Homepage Verlegenheid

Verlegenheid

Basisschoolkind 4 t/m 6

Je kind is misschien verlegen als het iemand ziet die het niet kent of in een onbekende situatie komt. Veel kinderen groeien over hun verlegenheid heen. Als je kind er last van heeft, kun je je kind helpen.

Normaal

Een kind voelt zich soms heel klein in een situatie met vreemden en zegt dan niets meer. Je kind heeft dan tijd nodig om zich veilig en vertrouwd te voelen. Verlegenheid heeft vaak met temperament te maken.

Cultuur en sekse

Wat de een verlegen noemt, noemt de ander beleefd. Dat hangt met cultuur samen. Ook vindt men verlegenheid bij meisjes vaak minder een probleem dan bij jongens.

Onzekerheid

Een kind kan ook verlegen zijn doordat het zich onzeker voelt, of weinig zelfvertrouwen heeft.

Probeer je kind te begrijpen

Is je kind te verlegen of past dit bij zijn leeftijd? Heeft de verlegenheid met zijn temperament of onzekerheid te maken? Heeft je kind er zelf last van? Of valt dat wel mee? Wordt je kind ermee gepest? Praat er met andere mensen over, zonder dat je kind daar bij is.

Denk na over hoe je zelf bent

Was je vroeger zelf verlegen en wil je je eigen kind dat besparen? Misschien spoor je je kind extra aan? Dat kan tot irritatie leiden. Je kunt je kind ook als meer verlegen inschatten dan het in feite is. Of misschien ben je zelf juist heel anders, spontaan en makkelijk in de omgang? Vind je de verlegenheid van je kind vervelend? Sta stil bij je eigen gevoelens en probeer je in te leven in wat je kind voelt. Probeer de stappen die je kind wèl zet te zien en te waarderen.

Hoe kun je je kind steunen?

  • Help je kind op een zachte manier door angstwekkende situaties heen.
  • Maak het onbekende bekend. Vertel bijvoorbeeld waar jullie heen gaan en wie daar is.
  • Straal vertrouwen uit dat je kind zich redt in nieuwe situaties.
  • Geef steun, laat je kind daarna wel los en vertrouw erop dat je kind zich redt.
  • Complimenteer je kind met de stappen die het neemt. Niet uitbundig, maar vanuit het vertrouwen dat je wist dat je kind die stap kon zetten.
  • Onderneem actie als je merkt dat je kind wordt gepest.

Wat kun je beter niet doen?

  • Besteed niet te veel aandacht aan de verlegenheid.
  • Noem je kind niet verlegen en sta ook niet toe dat anderen je kind verlegen noemen.
  • Houd je kind niet overbeschermend weg van moeilijke situaties.
  • Neem niet steeds zelf het voortouw of help je kind niet te veel.
  • Wees niet boos en dwing je kind niet om tegen de angst door te zetten. Dit maakt je kind onzeker en boos.
  • Manipuleer nooit: "Ik word verdrietig als je die meneer geen handje geeft."

Verlegenheid en angst

Gewone verlegenheid is anders dan extreme angst die zich soms uit in sociale angst. Een kind raakt dan in paniek als het een kamer binnen moet met allemaal vreemden. Je kind kan dan baat hebben bij een assertiviteitscursus. Praat je kind met mensen die het goed kent, maar lijkt het 'op slot te gaan' bij vreemde mensen of in bepaalde situaties? Als je dit bij je kind herkent, kan er sprake zijn van selectief mutisme.

Logo opvoeden keurmerk

Deel deze pagina met anderen via:

Je hebt de link zojuist gekopieërd.