Voorlezen aan jonge kinderen - Boekstart
Baby’s van 3 tot 4 maanden:
boeken verkennen
Je baby ziet een boekje nog als speelgoed. Je kunt eraan friemelen, ermee zwaaien, erop slaan of in je mond stoppen. Speciale babyboekjes kunnen tegen een stootje. Door er samen regelmatig mee bezig te zijn ontdekt je baby het verschil tussen een boekje en andere speeltjes. Terwijl je baby het boekje ontdekt, luistert hij naar je stem. Vertel wat er te zien is op de plaatjes, maak dierengeluiden of zing een toepasselijk liedje. Kijkt je baby weg? Door iets aan te wijzen of een geluid te maken trek je zijn aandacht weer. Heeft hij er echt genoeg van? Leg het boekje weg en probeer het later opnieuw.
Boekjes
• Baby ziet… Kijkboek (Oogappel)
• Knisperbeestjes, 4 deeltjes (Guido Van Genechten, Clavis)
• Spelen met Kikker! (Max Velthuijs, Leopold)
Baby’s van 5 tot 8 maanden: herhalen
Kijk goed naar je baby. Waar heeft hij aandacht voor? Naar welk plaatje kijkt hij nu? Welk geluid vindt hij leuk? Of: welk gebaar van mij vindt hij grappig? Als je daar als voorlezer op let, kunt je juist die leuke dingen gaan herhalen. Dat is plezier voor twee. Wijs aan en benoem wat er op de plaatjes te zien is. Je baby begint dat al te volgen. Maar hij wil zelf ook allerlei dingen met het boek doen. Dan kun je niet meer over de plaatjes vertellen of iets aanwijzen.
Geef hem even een bijtring of fopspeen. Dan blijft zijn aandacht wat langer bij het boekje.
boekjes
• Gonnie zoekt Gijsje (Elly van der Linden / ill. Olivier Dunrea, Gottmer)
• nijntje en de wilde dieren (Dick Bruna, Mercis Publishing)
• Rijtjes maken of Lekker pakken (Guido Van Genechten, Clavis)
• Spelen (Dick Bruna, Mercis Publishing)
• Zie je mij? (Elly van der Linden / foto’s Liesbeth Bernaerts, Clavis)
Baby’s van 9 tot 12 maanden:
voorlezen kan al iets langer
Baby’s van bijna een jaar begrijpen steeds beter wat er op de plaatjes te zien is. Ze kijken er vaak heel aandachtig naar en kunnen het voorlezen ook al langer volhouden. Je baby gaat nu ook zelf aanwijzen op de plaatjes. Je kunt dan benoemen wat er te zien is. Wanneer je tijdens het voorlezen allerlei gebaren maakt, gaat je baby die nadoen. Dat maakt het voorlezen extra leuk. Lees regelmatig voor, op vaste momenten van de dag. Het voorlezen wordt dan vertrouwd en bekend: het wordt een vaste gewoonte. Zo bouw je een ritueel op.
Boekjes
• Baby’s eerste speel- en voelboek (Stella Baggott, Usborne)
• Dikkie Dik. Kiekeboek (Jet Boeke, Gottmer)
• Dit ben ik (Fiona Rempt, Van Goor)
• Ik voel, ik voel… een beer (Xavier Deneux, Gottmer)
• Kleine Ezel waterpret! (Rindert Kromhout / ill. Annemarie van Haeringen, Leopold)
Baby’s van 12 tot 16 maanden:
aanwijzen, benoemen en praten
Kinderen tussen de een en anderhalf jaar beginnen steeds meer te praten. Veel namen van dieren en voorwerpen kennen ze al, ook al zeggen ze ze nog niet allemaal zelf. Als je samen in een aanwijsboek kijkt, kun je voorwerpen aanwijzen en benoemen. Geef je kindje de kans om een plaatje goed te bekijken. Ook al is dat steeds hetzelfde plaatje, het ontdekt er steeds iets nieuws aan. Vertel in je eigen woorden wat je ziet én lees stukjes voor. Dan merk je of je kindje de woorden in het boek begrijpt. Probeer verschillende woorden te gebruiken voor hetzelfde plaatje. Een ‘hond’ is ook een ‘dier’ en misschien heeft de hond in het boek een naam. Zo gaat je kindje begrijpen dat er verschillende woorden zijn voor hetzelfde ding. Misschien heb je zelf een hond. Betrek die er ook bij. Zo gaat je kindje herkennen dat dingen uit het boek te maken hebben met de échte wereld.
Boekjes
• Babba Baby (Betty Sluyzer / ill. Milja Praagman, Leopold)
• Fien en Milo: spelen (Pauline Oud, Clavis)
• We gaan in bad (Amélie Graux, Gottmer)
• Piep! Een nieuwe dag (Fleur van der Weel, Querido)
• Tuut tuut! (Marion Billet, Clavis)
Dreumesen van 16 tot 20 maanden:
een echt verhaal
Kinderen van ongeveer anderhalf jaar krijgen steeds meer belangstelling voor de figuren in het boek: wat doen ze en wat maken ze mee? Vertel wat er op de plaatjes gebeurt. Je dreumes herkent de gebeurtenissen in het boek en leeft mee: in bad gaan, aankleden, boodschappen doen, samen op de fiets. Hij gaat het verband tussen de verschillende onderdelen op een bladzijde ontdekken. Hij begrijpt dat het ene met het andere te maken heeft. Er samen over praten is gezellig en breidt de woordenschat uit. Gebruik bij het voorlezen ook woorden die met lezen en boeken te maken hebben. Zoals: voorkant, achterkant, bladzijde, omslaan. Zo leert je dreumes iets over boeken.
Boekjes
• Jop en Boeboe (Elly van der Linden / ill. Marijke ten Cate, Clavis)
• Kleine Rosalie speelt binnen (Linne Bie, Linne Bie & Co)
• nijntje helpt in huis (Dick Bruna, Mercis Publishing)
• Wat eet jij vandaag? (Kathleen Amant, Clavis)
• Wat zit erin? (Maike Taddicken, De Eenhoorn)
Dreumesen van 20 tot 24 maanden:
interessante buitenwereld
Voor kinderen van bijna twee jaar wordt de buitenwereld steeds interessanter. Er is veel te zien, te proberen en te ontdekken; meer dan je als tweejarige aankunt. Veel van die buitenwereld is in boeken terug te vinden. Boeken geven de kans om veel te leren over de wereld om je heen. Boeken met herkenbare onderwerpen sluiten daarop aan: over dieren, huis en tuin, auto’s, uitstapjes.
Boekjes
• De tractor van Muis (Lucy Cousins, Leopold)
• Het grote eetboek (Guido Van Genechten, Clavis)
• Iedereen gaapt (Anita Bijsterbosch, Clavis)
• Rosalie verkleedt zich (Brigitte Minne / ill. An Candaele, De Eenhoorn)
• Samen met Sam… naar de winkel (Nick Butterworth, De Eenhoorn)
Peuters van 2 tot 2,5 jaar:
een eenvoudig verhaaltje
De plaatjes kunnen nu wat drukker zijn. Daarnaast is je peuter toe aan een prentenboek met een eenvoudig verhaaltje. Het moet gaan over gebeurtenissen die dicht bij hem staan. Bijvoorbeeld verhalen waarin een jongetje of meisje de vertrouwde, alledaagse dingen beleeft. Ook dieren in de hoofdrol doen het goed. In de figuurtjes ziet je peuter zichzelf. Via hun belevenissen kan hij zijn eigen ervaringen verwerken en ordenen. Bekijk samen goed de platen en praat samen over wat daarop te zien is.
Boekjes
• Bedtijd voor Boef (Tjibbe Veldkamp / ill. Kees de Boer, Lannoo)
• Boer Boris (Ted van Lieshout / ill. Philip Hopman, Gottmer)
• Die daar (Mirte Stut en Geurt van Donkelaar, Gottmer)
• Waar is mijn sok? (Marijke ten Cate, Lemniscaat)
• Wat is het mooi donker (Emiri Hayashi, Clavis)
Peuters van 2,5 tot 4 jaar:
een echt verhaal
Kijk goed naar je kind. Wat begrijpt en weet het al? Waar is het aan toe? Wat heeft zijn belangstelling?
Kies een boek dat daarop aansluit. Je peuter is toe aan een echt verhaaltje. Lees samen een boek dat dicht bij zijn belevingswereld staat. Bijvoorbeeld over een kind dat op het potje gaat, een uitstapje maakt of een dagje naar de kinderopvang. Je peuter wil nu ook een beeld krijgen van wat andere kinderen overkomt en wat zij doen. Het verhaal moet herkenbaar zijn. Daarnaast moet het iets nieuws bevatten, om op zijn nieuwsgierigheid in te spelen. Ook kan je peuter nog behoefte hebben aan een kijk-of benoemboek. Liedjes en versjes blijven altijd leuk.
Boekjes
• Hé, wie zit er op de wc? (Harmen van Straaten, Leopold)
• Ik doe het lekker toch! (Milja Praagman, Leopold)
• Pip en Posy en de superstep (Axel Scheffler, Gottmer)
• Wij samen op stap (Jean Reidy / ill. Timmers, Querido)
• Woesj! (Anita Bijsterbosch, Clavis)
boekstart.nl
KIJK VOOR MEER INFORMATIE OVER JONGE KINDEREN EN LEZEN OP BOEKSTART.NL. DAAR VIND JE OOK DE NIEUWSTE BOEKENTIPS!