Onze vernieuwde website is deze week live gegaan. Het kan zijn dat nog niet alles perfect werkt. We werken hard om alles snel in orde te maken.
Orthopedagoog Annelies van Harten bezoekt het Groninger Museum en ontdekt daar dat niet alle kunst aan haar is besteed. Even vergelijkt ze zich met de enthousiaste mensen om haar heen en voelt ze zich tekortschieten. ‘Zo moet het voor kinderen ook voelen als ze op school niet helemaal aansluiten’, realiseert ze zich. Daarom blogt ze erover.
Ik ben in het Groninger Museum en loop tussen een grote massa enthousiaste Rodin-fans. Ik schuifel mee langs eindeloze vitrines met handen, voeten en bustes. Van klei, gips en koper. Snel verberg ik een gaap. Oh, kijk, een linkerhand. En een rechterhand. En een verdraaide rechtervoet… Iedereen om me heen kijkt alsof het prachtig, kunstzinnig en belangrijk is. Maar ik ben afgeleid, voel me verveeld en heb zin om iets raars te doen. Misschien mis ik wel kunstzinnig inzicht? ‘Ik heb genoeg benen, voeten en armen gezien’, fluister ik tegen mijn man. Ik kijk goed uit dat niemand het kan horen. Dan zie ik De Denker. Toch wel een hoogtepunt, want eerlijk is eerlijk, ik vind het mooi. Gelukkig, denk ik: ik ben niet helemaal een cultuurbarbaar.
Terwijl ik daar bij De Denker sta, denk ik aan de leerlingen die op school niet helemaal aansluiten. Zij die de leerstof te saai vinden of juist niet helemaal begrijpen. Ook zij kijken om zich heen om te checken of ze de enigen zijn. En komen tot de conclusie dat het inderdaad zo is. Dus proberen ze extra hun best te doen. Maar ze kijken liever naar buiten, raken verveeld of hebben zin om iets raars te doen.
Deze kinderen voelen zich vreemd, want anderen lijken helemaal geen last te hebben. School is gewoon überhaupt niks voor me, kan een kind misschien denken. Hier en daar is er misschien een lichtpuntje. Iets dat een kind wel leuk vindt of uitdaagt. Maar dat is maar heel af en toe. Wat moet dat eenzaam zijn!
Verderop in het museum is een solotentoonstelling van Maarten Baas, Hide & Seek. Daarnaast Clay en Smoke, wat opeens heel andere koek is. Super! Ik leef helemaal op. Humoristisch, rebels, kleurrijk, uitdagend en zinnenprikkelend. Wat vind ik dit knap. En wat ben ik blij, want nu weet ik dat het niet erg is dat ik niet alles leuk, mooi of interessant vind. Zelfs als het om Rodin gaat.
En zo tussen de museumbeelden zie ik meer dan ooit in dat het belangrijk is om bij het welzijn van een kind, de voor hem belangrijke plekken aan elkaar te verbinden. Hoe gaat het op school? Hoe gaat het thuis? Heeft een kind opgebouwde frustraties of is het ongelukkig op school, dan uit zich dat tenslotte vaak thuis. Thuis, op de plek waar het kan, omdat het kind daar zichzelf mag zijn.
Door breed te kijken, kunnen we denk ik beter signaleren welk gedrag er zit achter het gedrag dat we zien. Dat kan een hele wereld van zich onbegrepen en ongelukkig voelen zijn. Dus zoals ik tegen mijn man kan zeggen dat ik het saai vind in het museum – zonder me voor hem te hoeven schamen – zo zou ook ieder kind alles kwijt moeten kunnen. Thuis, op school of bij een professional. Om zich begrepen te voelen. En zo minder eenzaam te zijn.
Ook beneden in het museum kijk ik mijn ogen uit. Ik ga er zo in op, dat ik mijn man plotseling kwijt ben. Zal hij al bij de auto zijn? Als we weer herenigd zijn, vraag ik hem waar hij nou opeens was gebleven. ‘Tsja’, antwoordt hij. ‘Al die oude koppen op die schilderijen… Dat is toch niet helemaal mijn ding!’
Meer in het thema emotionele ontwikkeling