Buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid. Zomaar wat lichamelijke klachten waarmee een leerling zich ziek kan melden. En als dat nu vaker gebeurt, begint de grote zoektocht: waar komen die klachten vandaan? En hoe kun je een leerling het best helpen? ‘Soms heeft een klacht een lichamelijke oorzaak, soms is de achterliggende reden psychosociaal en soms is het een combinatie van beide’, vertelt stafarts Marlijn Küpers. ‘Daarom is de samenwerking tussen de jeugdarts en jeugdverpleegkundige zo belangrijk.’
‘Het komt vrij vaak voor dat lichamelijke klachten puur voortkomen uit angst of stress’, begint Marlijn. ‘Bijvoorbeeld omdat een leerling gepest wordt, of omdat hij thuis te veel verantwoordelijkheden heeft. ‘Maar het kan ook een kwestie zijn van leefstijl: te laat naar bed gaan, ongezond eten of blowen bijvoorbeeld. Wat ook kan spelen, is dat een leerling op school te veel op zijn tenen moet lopen. Dat zie je bij kinderen met concentratie- of leerproblemen. School is voor hen zo’n belasting dat je dit kunt terugzien in lichamelijke klachten. Je zou overigens bijna vergeten dat er daadwerkelijk lichamelijke oorzaken zijn voor lichamelijke klachten, maar dat komt natuurlijk ook voor!
Ziek, maar toch naar school
Als er een medische oorzaak achter de lichamelijke klachten zit, kunnen de jeugdarts en jeugdverpleegkundige elkaar goed aanvullen, illustreert Marlijn. ‘Bijvoorbeeld als een leerling door een darmziekte veel buikklachten heeft. Logisch dat hij dan soms thuis is, zou je denken. Maar als je verder kijkt, is dat misschien helemaal niet nodig. Misschien blijkt in gesprek met de jeugdarts wel dat deze leerling vanwege zijn klachten niet naar de wc durft op school. Die toilethokjes bieden immers niet veel privacy. In zo’n situatie kan de jeugdarts afstemmen met de medisch specialist over de meest optimale behandeling voor het darmprobleem, terwijl de jeugdverpleegkundige een vertaalslag maakt naar praktische oplossingen. Zij kan bijvoorbeeld met school afspreken dat deze leerling naar het lerarentoilet mag. Dat scheelt veel stress en verzuimuren.’
Van medisch advies naar werkbare oplossing
Bij schoolziekteverzuim maken de jeugdarts en/of de jeugdverpleegkundige een re-integratieplan. Daarbij kijken ze wat reëel is: waar liggen de grenzen van deze leerling en waar moet hij een beetje worden uitgedaagd? ‘Zo kan in het advies staan dat een leerling best hele dagen naar school kan, als hij zich halverwege de dag even kan terugtrekken. Bijvoorbeeld om even bij te komen, of om insuline te spuiten’, legt Marlijn uit. ‘En we kunnen ook aan de medisch specialist vragen of er misschien andere, langer werkende medicatie kan worden voorgeschreven. Bijvoorbeeld als een leerling met ADHD steeds overprikkeld raakt omdat hij in de pauze zijn medicijnen vergeet te slikken. Door de continue samenwerking tussen jeugdarts, jeugdverpleegkundige, medisch specialisten en school is er vaak een goede oplossing denkbaar!’
Meer over PATS
Benieuwd naar meer verhalen uit de praktijk, informatie over de werkwijze en mogelijkheden om zelf te werken met PATS? Dan verwijzen we je graag naar onze webpagina over PATS.