Cookies

We gebruiken cookies om je de beste ervaring op onze website te bieden. Je kunt meer informatie vinden over welke cookies we gebruiken of deze uitschakelen in de instellingen. - Bekijk cookie instellingen

Ga naar inhoud

Op 5 december sluiten wij om 16.00 uur de tent, want Sinterklaas komt langs. Dat wordt voor onze professionals ook een feestmoment!

Sint tips

Ilja van der Meer 40 jaar arts in de JGZ

04 augustus 2021

'Ik hou van variatie in mijn werk. En als schoolarts in het clusteronderwijs heb ik dat! Mijn werk bevalt me goed, dus ik hoop het nog zeker een jaar of 2 te kunnen blijven doen.’ Aan het woord is Ilja van der Meer (64), jeugdarts bij CJG Rijnmond binnen het team Clusteronderwijs. Ilja werkt deze maand precies 40 jaar als arts in de Jeugdgezondheidszorg. Hoog tijd om haar door middel van een aantal vragen beter te leren kennen. Veel leesplezier!



Wat maakt jouw werk leuk?

Ik vind het fijn om te kunnen sparren met mensen, samenwerken. En als die samenwerking goed gaat, dan wordt 1 + 1 samen 3. Ik werk graag met betrokken mensen die passie hebben voor het werk wat ze doen. Dat soort enthousiasme heeft effect op anderen. Uiteindelijk willen we allemaal dat de ouder of kind tevreden en blij zijn. Verder streef ik graag naar een stukje zelfstandigheid. Ik wil flexibel kunnen zijn in wat de situatie nodig heeft. Daarom zit ik ook bij het clusteronderwijs. Dat is toch een kleinere groep die een andere aanpak vraagt. Eigenlijk vind ik het leuk om daarin telkens weer aan te passen. Dus altijd afvragen: ‘Wát vraagt deze situatie en hoe kunnen we daar mee omgaan?’


Hoe begon jouw loopbaan eigenlijk, 40 jaar geleden?

Ik studeerde af als basisarts in een periode waarin het moeilijk was om werk te vinden. In Nederland hadden we te maken met beginnende werkloosheid en het was moeilijk om je te specialiseren. Ik pakte gewoon het telefoonboek erbij en ging rondbellen. Uiteindelijk kwam ik terecht bij de GGD in Spijkenisse. Na twee jaar stapte ik over naar GGD Nieuw Waterweg Noord (Schiedam – Vlaardingen – Maassluis), een moderne GGD waar ze toen heel veel deden aan gezondheidsvoorlichting en opvoeding. Ik had het ontzettend naar mijn zin en kon me daar specialiseren tot jeugdarts.


Hoe kwam je in je huidige functie terecht?

Onze kleine organisatie ging fuseren en er ontstond een hele grote GGD. Toen er een vacature vrijkwam bij het speciaal onderwijs, omdat er een arts met pensioen ging, had ik direct interesse. Sindsdien werk ik in het clusteronderwijs met kinderen van 4 tot 19 jaar. Ik wilde graag variatie in mijn werk. Als schoolarts had ik die optie, omdat je zowel in individuele als collectieve preventie je steentje bijdraagt. Het andere heeft ook zijn charme, maar ik voelde me altijd al schoolarts.


Wat is er veranderd in jouw baan ten opzichte van 40 jaar geleden?

De opvoedings- en gezondheidsproblemen zijn van alle tijden. Alleen de mogelijkheden veranderen. Zo begon ik met papieren dossiers, waar ik een kind in eerste instantie op één A4tje beschreef. Het grote voordeel daarvan was de overzichtelijkheid. Digitalisering zorgt voor veel minder kastruimte en snelle toegang tot de dossiers, maar het is ook wel een black box. Ik blijf het minder overzichtelijk vinden. Ik denk niet dat de hele digitalisering ervoor zorgt dat wij ‘overbodig’ worden. Ouders blijven jouw visie altijd belangrijk vinden.


Waren de ouders van toen anders dan de ouders van nu?

Er zijn altijd ouders die voor het eerst ouder worden en het mooiste wonder op de wereld zetten. Ze willen daar alles voor doen en geven. Je houdt dus altijd opvoedvragen en gezondheidsproblemen, en behoefte aan contact. Je ziet nu alleen dat (bijna) alle ouders werken. Als je in het werkzame leven staat, ontwikkel je jezelf in mijn ogen veel meer. Je bent zelfbewuster. Ik merk wel dat iedereen het veel drukker heeft dan vroeger. Iedereen wil alles goed doen en alles geven aan het kind. Dit heeft soms ook zijn ‘minder positieve’ uitwerking op het kind. Ik zie bijvoorbeeld steeds meer slaapproblemen bij kinderen.


Heb je nog een tip voor collega's of de organisatie?

Wees nieuwsgierig naar alles. Wees bewust van wat je leuk vindt. Geniet van het leven. Het werk is daar een belangrijk onderdeel van. Doe het met passie. Het is voor de organisatie belangrijk om, naast het oog hebben voor de klant, ook naar het werkgeluk van medewerkers te kijken. Want als zij enthousiast zijn, dan loopt het werk ook goed!


Deel deze pagina met anderen via:

Je hebt de link zojuist gekopieërd.