Onze vernieuwde website is deze week live gegaan. Het kan zijn dat nog niet alles perfect werkt. We werken hard om alles snel in orde te maken.
In Nederland groeit 1 op de 13 kinderen op in armoede. Professionals in de geboortezorg en jeugdgezondheidszorg spelen een belangrijke rol in het signaleren en bestrijden van kinderarmoede.
Om hen te ondersteunen is de Handreiking ‘Omgaan met armoede in de jeugdgezondheid’ ontwikkeld. De handreiking is donderdag 14 oktober officieel gelanceerd door het NCJ.
In de handreiking ‘Omgaan met kinderarmoede in de jeugdgezondheid’ vind je concrete werkwijzen en praktische tips voor het Signaleren, het Ondersteunen en het Stimuleren (de S.O.S -aanpak) bij kinderarmoede. Deze werkwijzen zijn bestemd voor professionals in de geboortezorg en de jeugdgezondheidszorg. De handreiking is het derde deel van een drieluik. Eerder werden de handreikingen ‘Omgaan met armoede op scholen’ en ‘Omgaan met armoede in het sociaal domein’ uitgebracht.
Wie de handreiking openslaat, krijgt meteen belangrijke boodschappen mee van Paul Blokhuis (Staatssecretaris van VWS) en Mirjam Jobse (Verpleegkundig specialist en aandachtsfunctionaris armoede in de Jeugdgezondheidszorg). Zij schreven beiden een voorwoord voor de handreiking en geven de lezer mee om een sensitieve, niet oordelende houding te hebben als professional. Kinderen, jongeren en (aanstaande) ouders verdienen hulp en begrip. Met de handreiking onder de arm zorgen professionals samen met de ouders dat de kinderen en jongeren kansrijk kunnen opgroeien, dat zij meer ontwikkelkansen hebben en dat zij kunnen meedoen.
De lancering van de handreiking was een groot succes! Igor Ivakic (directeur van het NCJ) en Alexandra Bartelds (directeur van Divosa) ontvingen de eerste exemplaren van de handreiking. Daarmee is het startschot gegeven. Verschillende ervaringsdeskundigen en vertegenwoordigers uit de geboorte- en jeugdgezondheidszorg reflecteerden op het thema kinderarmoede en bespraken wat er nodig is om echt met de handreiking aan de slag te gaan.
Armoede is vaak een gevolg van meerdere (complexe) factoren en vraagt om een brede aanpak. Om de gevolgen van (kinder)armoede te verkleinen, hebben we naast de kinderen, jongeren en (aanstaande) ouders zelf de professionals in de geboorte- en jeugdgezondheidszorg hard nodig. Maar ook de managers en beleidsmedewerkers van uitvoerende organisaties en gemeenten hebben hierin een taak.