Vrouwen zijn zorgzaam, ouderen zijn slecht met techniek en jongens spelen met auto’s. Om de wereld te begrijpen en beslissingen te kunnen nemen, plakt je brein overal etiketjes op. Maar die etiketjes, die kloppen natuurlijk niet altijd. Als ouder kun je je kind helpen om niet in de valkuil van aannames en vooroordelen te stappen. Pedagoog Aïsha Silos en psycholoog Jandira Santos Delgado vertellen hoe.
Hoe divers is je omgeving?
‘Wat we niet kennen, vinden we soms wat raar of eng. Onbekend maakt onbemind, zeggen we ook wel. Hoe meer je kind in aanraking komt met allerlei type mensen, hoe normaler het voor hem wordt dat er verschillen zijn’, begint Jandira. ‘De een heeft een lichte huid, de ander een donkere, de een eet met stokjes, de ander met een lepel, de volgende zit in een rolstoel en weer anderen hebben een partner van hetzelfde geslacht. Hoe meer je kind in aanraking komt met allerlei verschillen, hoe minder ‘raar’ alles wordt.’
Zoek diversiteit in de media
‘Hetzelfde geldt als je kind verschillende typen mensen ziet op tv’, vult Aïsha aan. ‘Let daarom eens op: in hoeverre zijn de series en films die je kind kijkt een afspiegeling van de samenleving? En hoe is het met de boekenkast? Staan daar boeken in over verschillende culturen, of waarin de hoofdpersonen van diverse afkomst zijn? Sommige musea hebben speciale aandacht voor het thema diversiteit. Kijk eens of er ook activiteiten zijn voor kinderen.’
Geef het goede voorbeeld
‘Wil je je kind meegeven dat iedereen gelijk is, straal dat dan ook zelf uit’, adviseert Jandira. ‘Vermijd in je taalgebruik termen als ‘dat soort mensen’, en laat je kind zien dat je iedereen op dezelfde manier behandelt. Kinderen pikken kleine signalen op, zoals de manier waarop je naar iemand kijkt en welke houding je aanneemt. Daaruit trekken ze dan weer conclusies. Misschien ontdek je zo vooroordelen bij jezelf, waarvan je niet eens wist dat je ze had. Dat kan even schrikken zijn. Maar alleen als je je er bewust van bent, kun je er iets aan veranderen!
Bied ruimte voor verschillen, niet voor waardeoordelen
‘Ook belangrijk is hoe jij reageert als je kind een verschil benoemt’, vult Aïsha aan. ‘Jonge kinderen benoemen de wereld om zich heen heel de dag, zonder waardeoordeel. Een wit meisje van vijf kan bijvoorbeeld zeggen: Dat meisje is bruin. Het is voldoende om te zeggen: Dat klopt. Zo bied je ruimte voor verschillen, maar niet voor waardeoordelen. Merk je dat je kind wel een negatief waardeoordeel heeft? Vraag dan waarom je kind dat zo ziet of vindt.’
Leg uit wat er in de media gebeurt
Diversiteit en racisme zijn veel in het nieuws, en misschien is je kind daarmee bezig. Duik dan eens samen de geschiedenis in. Hoe is racisme ontstaan? Welke gebeurtenissen uit het verleden hebben nu nog invloed op hoe wij denken en leven? En wat vind je kind daarvan?
Benieuwd hoe je een gesprek met je kind voert over racisme? Daarover geven Aïsha en Jandira tips in het artikel Hoe praat je met je kind over racisme en discriminatie?
Vragen of meer informatie?
Neem dan contact met ons op, onze professionals denken graag met je mee!