Onze vernieuwde website is deze week live gegaan. Het kan zijn dat nog niet alles perfect werkt. We werken hard om alles snel in orde te maken.
Alcohol, drugs, roken, snus en vapen … Als ouder wil je dat je kind zo ver mogelijk weg blijft bij allerlei genotmiddelen. Maar hoe pak je dat aan? Ondanks strengere wetgeving wordt er veel gehandeld via social media. En zeker als pubers het uitgaansleven ontdekken, lijkt het alsof je er totaal geen grip op hebt.
‘Toch kun je als ouder wel degelijk invloed uitoefenen’, weet orthopedagoog Marieke van Werkhoven. ‘Alleen niet op de manier die je waarschijnlijk voor ogen hebt...’
‘De valkuil waar veel ouders in stappen, is heel hard roepen hoe slecht alcohol, drugs en al die andere zaken zijn. En natuurlijk dat je kind ze absoluut niet moet gebruiken’, begint Marieke. ‘Maar dat werkt alleen maar averechts. In deze leeftijdsfase ben je al gauw die strenge ouder die nergens iets van snapt. Door van alles te verbieden maak je dat alleen maar erger. Praat in plaats daarvan met je kind. Verdiep je eens in zijn belevingswereld en wees oprecht geïnteresseerd in wat hij zelf vindt van dit soort zaken. Vraag gewoon eens wat hij ervan weet. Zijn er bijvoorbeeld klasgenoten die het gebruiken? En wat vindt hij er nou van dat die ene bekende zanger snus gebruikt? Dit soort gesprekken voer je trouwens het best tussen neus en lippen door. Als er iets over op tv is, of terwijl je samen de afwas doet.’
‘De écht schadelijke gevolgen van de meeste genotmiddelen merk je pas op latere leeftijd. Daar heeft het puberbrein natuurlijk helemaal niets mee’, lacht Marieke. ‘Maar er zijn ongetwijfeld zaken die je kind op dit moment wél belangrijk vindt. Misschien wil hij heel graag naar de universiteit. Dat lukt niet als hij zijn hersenen kapotmaakt met alcohol. Misschien wil hij kampioen worden met zijn sportteam. Dat wordt lastig als hij veel blowt. En misschien wil hij indruk maken op die ene leuke jongen of meisje. Kleine kans als hij gele tanden heeft en uit zijn mond stinkt van de snus of (e-)sigaretten. Zoek bruggetjes tussen genotmiddelen en de dingen die je kind belangrijk vindt, dan gaan de gevolgen iets meer voor hem leven. Maar let ook nu op dat je niet gaat preken. Zeg het gewoon zoals het is.’
‘Groepsdruk is een serieuze zaak voor pubers. Geeft je kind aan dat hij geen genotmiddelen wil gebruiken, maar niet goed weet hoe hij nee moet zeggen? Zeg vooral niet dat hij zich niets van de anderen moet aantrekken. Erbij horen is op deze leeftijd nu eenmaal heel belangrijk. Bedenk liever samen hoe je kind zijn eigen pad kan volgen én deel kan blijven uitmaken van de groep. Hij kan bijvoorbeeld zeggen dat hij het al eens heeft geprobeerd en écht niet lekker vindt. Of dat hij er vorige keer onwijze hoofdpijn van kreeg. Zo doet hij hopelijk steeds meer ervaringen op waarbij hij gewoon wordt geaccepteerd, zelfs als hij niet meedoet.
Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan gerust contact met ons op. Onze professionals denken graag met je mee!
