Als te vroeg geboren kinderen mee naar huis mogen, hebben zij lange tijd verschillende soorten zorg nodig. Voorheen ging dat niet altijd in afstemming, en deden professionals vaak dubbel werk. Inmiddels werken ziekenhuizen en CJG-locaties steeds beter samen voor een doorlopende lijn. Op Goeree-Overflakkee zelfs via een gezamenlijk Startspreekuur.
Verpleegkundig specialist Marianne Klepper van CJG Goeree-Overflakkee en kinderarts Jolanda Gerrits van het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis vertellen erover.
Het Startspreekuur vindt één keer per maand plaats bij de CJG-locatie in Dirksland. Jolanda en Marianne zien dan kinderen die te vroeg geboren zijn, of die extra aandacht nodig hebben door een laag geboortegewicht of moeilijke start. ‘Ouders die bij ons komen, hebben vaak veel meegemaakt in het ziekenhuis’, begint Marianne. ‘Dan is het fijn om bij ons in een neutralere setting terecht te komen. Zowel voor mijn meer ontwikkelingsgerichte consulten als voor de meer medisch gerichte consulten van Jolanda. We wisselen elkaar daarin af. Dus de ene keer komen ouders bij mij in de spreekkamer de keer erna een deur verder bij Jolanda. Dat gaat door tot het niet meer nodig is, meestal tot kinderen 1,5 tot 2 jaar zijn. Daarna kunnen ze naar de reguliere CJG-afspraak.’
Na afloop van elk spreekuur komen Jolanda en Marianne bij elkaar voor de overdracht en om te sparren. ‘Zo is er geen ruis en kunnen we mooi één lijn aanhouden’, vertelt Jolanda. ‘Nu is er de afgelopen jaren ook veel meer afstemming met andere ziekenhuizen en CJG-locaties, dus zo’n doorlopende lijn is niet uniek. Dan komt een gezin de ene keer bij de kinderarts in het ziekenhuis en de keer erop op de CJG-locatie bij de jeugdarts. Maar ze vindt dat fysiek bij elkaar zitten, zoals bijvoorbeeld ook bij het PremaTuurlijk spreekuur gebeurt, toch wel echt een meerwaarde heeft. ‘Heel fijn is bijvoorbeeld dat ik mijn consulten bij het Startspreekuur samen doe met jeugdverpleegkundige Mattty van Rumste. Als ik even iets moet opzoeken, checkt zij tussentijds of ouders nog opvoedvragen hebben. Of ze geeft meteen de vaccinaties. Op die manier is zo’n consult veel productiever. En daar merken ouders natuurlijk nog het meest van.’
Het Startspreekuur zorgt er dus voor dat ouders één vaste plek hebben om naartoe te gaan én minder afspraken hebben. ‘Helemaal omdat er ook regelmatig andere professionals aanschuiven bij het Startspreekuur. Bijvoorbeeld de lactatiekundige. Daarnaast hebben we nauw contact met diverse kinderfysiotherapeuten en logopedisten’, legt Marianne uit. ‘Deze doelgroep heeft zorg op maat nodig. Door de consulten te combineren, wordt de kwaliteit van onze gezamenlijke zorg echt beter. We krijgen van ouders terug dat ze goed merken dat we alles met elkaar afstemmen. En dat is fijn, want normaal gesproken ervaren ouders toch een gat tussen het klinische en het preventieve. Die overgang gaat nu heel soepel. Omdat het Startspreekuur zo goed aanslaat, ga ik mijn best doen andere CJG-locaties en ziekenhuizen te helpen met eenzelfde opzet. Iedereen die geïnspireerd is mag mij natuurlijk ook zelf benaderen. Neem dan contact met mij op.’
