Als je kind moeilijk contact maakt

Ieder kind gedraagt zich anders en maakt op een andere manier contact. Heeft je kind moeite met contact maken en communiceren? Wat kan daarvan de oorzaak zijn?

Waarom maakt je kind moeilijk contact?

Krijg je moeilijk contact met je kind? Reageert hij of zij niet op wat je zegt of krijg je bijna geen oogcontact? Speelt je kind weinig of niet met vriendjes?

Het kan zijn dat je kind slecht hoort of slecht ziet. Het kan ook dat jullie band minder goed is. Het kunnen ook tekenen zijn van autisme.

Wat is autisme?

Autisme is een ontwikkelingsstoornis. Kinderen met autisme kunnen moeilijk informatie verwerken. Hierdoor kunnen zij boos worden of zich juist terugtrekken.

Autisme noemen we ook wel autismespectrumstoornis of ASS. Het kan gaan om autisme met ernstige of minder ernstige kenmerken. Vroeger ging het over verschillende soorten autisme, zoals klassiek autisme, Asperger of PDD-NOS. Deze oude namen kun je nog tegenkomen, bijvoorbeeld in gesprek met andere ouders, leerkrachten of artsen. Kijk voor uitleg op Autisme.nl.

Wat zijn kenmerken van autisme?

Een kind met autisme:

• maakt weinig contact. Dit merk je doordat je kind bijvoorbeeld niet vaak lacht, geen oogcontact zoekt, geen troost bij anderen zoekt en niet graag speelt met leeftijdsgenoten;
• maakt contact op een onhandige manier. Voelt bijvoorbeeld niet aan dat de ander ook iets wil vertellen;
• is angstig in onbekende situaties of bij mensen die je kind niet kent;
• krijgt stress en angst bij te veel prikkels, wordt dan boos of trekt zich terug;
• kan er slecht tegen als dingen anders gaan dan gedacht of gepland;
• neemt grappen heel letterlijk en heeft moeite met fantasie;
• kan niet goed gezichtsuitdrukkingen herkennen;
• kan heel sterk bezig zijn met één onderwerp of bepaalde dingen steeds opnieuw doen;
• kan jonger overkomen dan hij of zij is.

Denk je dat je kind autisme heeft?

Maak je je zorgen over je kind en vraag je je af waarom hij of zij zo moeilijk contact maakt? Praat erover met de jeugdgezondheidszorg of je huisarts. Zij kunnen je kind als dit nodig is verwijzen naar een specialist.

Blijf niet met je zorgen rondlopen. Als je kind autisme heeft, kun je goede ondersteuning krijgen.