Zwanger worden is niet vanzelfsprekend als je last hebt van je gezondheid. En als je in verwachting raakt, maak je je misschien extra zorgen. Groeit mijn kind wel goed? En hoe moet het straks na de bevalling? Tijdens het zwangerschapsgesprek denkt onze jeugdverpleegkundige met je mee.
Tijdelijke of chronische ziekte of aandoening
‘Als je een tijdelijke of chronische ziekte of aandoening hebt, kan een zwangerschap extra zwaar zijn’, weet jeugdverpleegkundige Ineke Ruitenberg. ‘Misschien heb je veel pijn omdat je nu geen medicijnen kunt gebruiken. Of heb je door je slechte gezondheid minder energie. De kans bestaat ook dat de zwangerschap vlot verloopt, maar dat je stress hebt over hoe het na de bevalling moet. In al deze gevallen is het zwangerschapsgesprek een goed startpunt.’
Luisteren en meedenken
Tijdens het zwangerschapsgesprek kun je alles vertellen wat je bezighoudt. Misschien ben je bang dat jouw kind straks ook ziek wordt. Of weet je niet hoe lang je voor je kind kunt zorgen als het er eenmaal is. Ineke: ‘Wij zijn geen expert op het gebied van elke ziekte, maar we kunnen wel helpen je gedachten op orde te krijgen. Vaak helpt het al enorm om je hart te luchten. Natuurlijk denken we graag mee over wie jouw vragen kan beantwoorden, of wie je eventueel verder kan helpen.’
Praktische hulp en ondersteuning
Onze jeugdverpleegkundigen bieden ook praktische hulp. Bijvoorbeeld door samen te kijken hoe je jouw netwerk kunt aanspreken of vergroten. ‘Ik merk dat ik mensen vaak op nieuwe ideeën breng’, vertelt Ineke. ‘Soms is dat heel simpel. Bijvoorbeeld: maak eens een lijstje van alles wat je partner kan doen. En soms wijs ik mensen op ondersteuning van vrijwilligers of andere regelingen. Zaken waar je zelf misschien niet aan denkt.’
Er is vaak extra ondersteuning mogelijk. De jeugdverpleegkundige van jouw CJG-locatie weet precies waar jij gebruik van kunt maken.
Ook voor je andere kinderen
Als je zwanger en (chronisch) ziek bent, is het vaak zwaar om voor eventuele andere kinderen te zorgen. ‘Ook hiervoor kun je vaak extra ondersteuning krijgen. Bijvoorbeeld van andere ouders via initiatieven zoals Home-Start. Of misschien kun je in jouw woonplaats wel extra peuteropvang krijgen vanwege je situatie. In elke gemeente gelden andere afspraken en zijn er andere initiatieven. De jeugdverpleegkundige van jouw CJG-locatie weet precies waar jij gebruik van kunt maken.’