Wat is dyslexie en wat is dyscalculie?
Dyslexie en dyscalculie zijn leerstoornissen. Je kind is niet lui of minder slim, maar zijn brein verwerkt informatie op een andere manier. Daardoor kost iets dat voor andere kinderen vanzelf gaat, hem juist heel veel moeite.
Dyslexie heeft te maken met taal. ‘Kinderen met dyslexie hebben vooral moeite met lezen en spelling’, legt Jeroen uit. ‘Ze lezen traag, maken veel fouten en vinden het lastig om letters aan klanken te verbinden. Hierdoor begrijpen ze soms ook minder goed wat ze lezen, omdat ze zoveel energie kwijt zijn aan het lezen zelf.’ Dyslexie valt meestal op als je kind leert lezen en schrijven in groep 3 of 4.
Dyscalculie gaat over rekenen. ‘Een kind met dyscalculie snapt bijvoorbeeld niet goed hoeveel iets is, of hoe je een som moet oplossen’, zegt Jeroen. ‘Tellen, tafels leren, geld rekenen of klokkijken zijn allemaal dingen die voor een kind met dyscalculie extra moeilijk kunnen zijn.’ Dyscalculie valt vaak later op dan dyslexie, bijvoorbeeld als het rekenen moeilijker wordt.
Hoe herken je dyslexie of dyscalculie bij je kind?
Het kan lastig zijn om te zien wat er precies aan de hand is. ‘Vaak hoor je van school dat je kind achterblijft’, vertelt Jeroen. ‘Maar het kan ook zijn dat je thuis merkt dat iets niet lukt, terwijl jullie wel veel oefenen.’
Bij dyslexie kun je merken dat je kind:
langzaam of niet in één keer leest;
veel fouten maakt bij het schrijven;
letters of klanken omdraait;
moeite heeft met spellingregels;
lezen of schrijven probeert te vermijden.
Bij dyscalculie kun je merken dat je kind:
sommige sommen lastig begrijpt;
moeite heeft met tafels of klokkijken;
in de war raakt bij stappenplannen, bijvoorbeeld bij een rekensom;
cijfers verwisselt of veel rekenfouten maakt;
weinig inzicht heeft in hoeveelheden of getallen.
‘Soms merk je ook dat je kind boos, onzeker of verdrietig wordt bij het maken van huiswerk. Of dat hij buikpijn krijgt. Dat komt doordat hij steeds merkt dat iets niet lukt, ook al doet hij hard zijn best. Dit kan ook voor faalangst zorgen.’
Wat kun je doen als je denkt dat je kind dyslexie of dyscalculie heeft?
Merk je dat je kind veel moeite blijft houden met lezen of rekenen? Dan is het goed om dit te bespreken met school. ‘Vaak is er al extra begeleiding mogelijk in de klas’, zegt Jeroen. ‘Als die hulp niet genoeg is, kan de school een onderzoek aanvragen. Dat gebeurt meestal via een intern begeleider of zorgcoördinator.’
Voor dyslexie en dyscalculie is er gespecialiseerde hulp. Bijvoorbeeld een dyslexiebehandeling of extra begeleiding bij rekenen. ‘Hoe eerder je erbij bent, hoe beter de hulp past bij wat je kind nodig heeft. En hoe minder groot de achterstand wordt.’
Met deze tips kan je als ouder ook helpen:
Blijf positief en geef complimenten voor de moeite die je kind doet, niet alleen voor het resultaat.
Help met oefenen, maar maak de opdrachten niet te moeilijk.
Lees samen en maak er iets gezelligs van.
Gebruik hulpmiddelen, zoals audio-ondersteuning of rekentools.
Bespreek samen met school wat werkt voor jouw kind.