Driftbuien
Driftbuien
Vanaf 1 jaar gaan kinderen zelf lopen en de wereld ontdekken. Als iets dan niet lukt kunnen ze boos worden. Dan gaan ze hard schreeuwen. Of met spullen gooien en op de grond liggen gillen. Het gebeurt vooral als iets niet lukt. Of als ze hun zin niet krijgen. Dit heet een driftbui. Het gebeurt vooral bij kinderen tussen de 2 en 3 jaar. Het hoort bij de zogenaamde peuterpuberteit en is heel normaal.
Kinderen kunnen zich nog niet goed beheersen
Kinderen gaan steeds meer uitproberen. Ze worden steeds zelfstandiger. Als iets niet lukt, vinden ze dit lastig. Bijvoorbeeld het aantrekken van de jas. Ze kunnen ook boos worden als ze hun zin niet krijgen. Bijvoorbeeld als ze geen koekje krijgen. Kinderen kunnen zich nog niet goed beheersen. Dus worden ze boos of verdrietig.
Omgaan met de driftbui
Als je ziet dat je kind een driftbui krijgt, ga er dan naar toe. Vertel je kind waar het mee moet stoppen. En ook wat je kind juist wel moet doen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Stop met schreeuwen. Als iets niet lukt, kan ik je helpen.’ Als je kind hard blijft schreeuwen, probeer hier dan geen aandacht aan te geven. Doe net of je hem niet hoort of ziet. Houd dit vol tot de driftbui over is. Als je kind zich weer goed gedraagt, zeg dan iets aardigs, geef een compliment. In bijvoorbeeld een winkel kan dit best moeilijk zijn. Probeer het daarom eerst eens als je thuis bent met je kind.
Wachten tot je kind rustig is
Soms lukt het niet om geen aandacht te geven aan de driftbui. Bijvoorbeeld omdat je kind dingen kapot maakt. Je kunt je kind dan even ergens stil zetten. Op een stoel in de hoek, of op een kleedje. Een minuut is vaak lang genoeg. Vertel je kind kort waarom het daar moet zitten. Bijvoorbeeld omdat je niet wilt dat hij dingen kapot maakt. Wacht tot je kind weer rustig is. Moet je kind echt even tot rust komen. Bijvoorbeeld omdat het iemand heeft geslagen. Probeer dan eens een aparte kamer waar het rustig en veilig is.
Een driftbui in de winkel
Kinderen willen soms iets hebben, Zoals snoep als ze in de winkel zijn. Als ze dit niet krijgen, kunnen ze een driftbui krijgen. Het is dan moeilijk om hier geen aandacht aan te geven. Bijvoorbeeld omdat andere mensen zich ermee gaan bemoeien. Je wilt hem dan misschien zijn zin geven. Zodat hij weer rustig wordt. Als je dit doet, zal je kind misschien vaker driftbuien krijgen, Omdat hij weet dat hij dan zijn zin krijgt. Probeer je kind dus niet zijn zin te geven. Blijf rustig en houd vol. Elk kind krijgt wel eens een driftbui. Dit hoort bij deze leeftijd.
Zelf driftbuien verminderen
Je kunt zelf dingen doen waardoor je kind minder driftbuien krijgt. Zet bijvoorbeeld dingen die je dierbaar zijn weg. Dan hoef je minder vaak ‘nee’ te zeggen. Leer je kind dat het van bepaalde dingen af moet blijven. Bijvoorbeeld van de televisie. Geef je kind iets om mee te spelen zodat het zich niet verveelt. Vertel wat je gaat doen en wat je wilt dat je kind gaat doen. Dan weet je kind wat er gaat gebeuren. Verwacht niet te veel, peuters kunnen bijvoorbeeld geen uur aan tafel zitten. Geef tot slot vaak complimenten. Als je kind iets goed doet of rustig blijft.